grosse Menge der ihm untergebenen Truppen Beschwerde geführt hat, das aber alle ohne Ausnahme über das Zuwenig geklagt haben". III. „Genie is arbeid", leerde Moltke. En de man, die vijfenzestig jaar aan één stuk heeft gewerkt en eerst in den avond van zijn leven „daran ging, zwei Gross- machte auf das Haupt zu schlagen", die man kan het weten, leerde Schlieffen op zijn beurt aan zijn medewerkers. Bovendienalle groote veldheeren, geen enkel uitgezonderd, hebben hard en voortdurend gewerkt, vanaf Alexander den Groo- ten „der doch nicht den ganzen Tag den Buzephalus gebandigt, sondern auch zu den Füssen des Aristoteles gesessen hat: vor den Ruhm sind nun einmal Arbeit und der Schweiss gesetzt". Zoodat, wanneer Schlieffen in Januari 1906 door de naaste omgeving van een op tweede-rangs krachten ingestelden keizer tot heengaan gedwongen wordt, voor hem den deel van zijn arbeid feitelijk eerst begint. Althans d a t deel van den arbeid, waarvan hij zich als Chef van den Generalen Staf door gebrek aan tijd en gelegenheid niet steeds heeft kunnen wijden, zooals hij dat noodig oordeelde: de studie van de krijgsgeschiedenis. En om dat, wat het „Buch der Vergangenheit" hem leert, tot gemeengoed te maken voor allen, die hun vak voldoende hoog stellen om te studeeren, wordt Schlieffen publicist. Zooals bij de meeste bevoorrechten, blijkt ook zijn coup d'es sai een coup de maTtre te zijn „der Krieg in der Gegenwart" en „der Feldherr" (Vierteljahrshefte 1909) kan slechts geschreven worden door een meester in de kunst der strategie. Maar bovendien beschikt Schlieffen over een klassieke pen, zoo als vóór hem nog geen Duitscher ook Clausewitz niet gevoerd heeft en waarschijnlijk na hem voorloopig ook geen Duitscher meer voeren zaleen pen, die korte, zakelijke, volmaakte zinnen schrijft, recht op het doel af, zonder noodelooze franje, duidelijk, 740 Vor jedem, der Feldherr werden will, liegt ein Buch „Kriegsgeschichte" betitelt, dass mit dem Zweikampf zwischen Kain und Abel anhebt und mit dem Sturm auf die Lïssaboner Klöster noch lange nicht abgeschlossen ist. Die lektiire ist, ich muss es zugeben, nicht im mer pikant. Durch eine Masse wenig schmack- hafter Zutaten muss man sich durcharbeiten. Aber dahinter gelangt man doch zu den Tat- sachen, und auf dem Grunde fi'ndet sich die Er- kenntniss, wie alles gekommen ist, wie es kom men musste und wie es wieder kommen wird. Schlieffen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 12