„Ein Feldherr ist der natürliche Nebenbuhler des Königs" dat wist en begreep Schlieffen lang voor hij het in 1910 neer schreef. De onbeduidende, leege en ijdele figuur van dezen keizer lag voor Schlieffen open als een boek. Dus liet hij hem bij keizermanoeuvres schitteren en op den voorgrond komen, manoeuvreslagen winnen zoodra de werkelijk heid in de plaats van het manoeuvreveld zou treden, zou z ij n wil immers dien van den ijdelen en dus besluiteloozen, zwakken dilettant terzijde stellen Men heeft dit Schlieffen meermalen en ernstig verweten Moltke heeft, en dit zij tot zijn eer vermeld, als voorwaarde voor de aanvaarding van zijn betrekking gesteld een onmiskenbare ver klaring van den keizer, dat deze van ieder persoonlijk ingrijpen eens en voor al zou afzien en dit feit als zoodanig is niet zonder beteekenis. Maarin de eerste plaats rijst de vraag of Schlieffen in die dagen, toen de koning van Engeland nog geen coalitie tegen Duitschland tot stand gebracht had en Wilhelm II onaantastbaar stond, anders had kunnen handelen zonder de plaats, waartoe hij zich geroepen oordeelde, ontijdig te moeten verlaten En in de tweede plaats, schrijft Foerster, „was uneingeweihten angstiichen Gemütern, den sogenannten „schimmerlosen Gesellen", als unheiivolle Schwache und Nachgiebigkeit des Generalstabs- chef gegen einen Feldherrn-Diletianten, als „Byzantismus" erschien, waren in den Augen des selbstsicheren Genies zum Teil ganz unbedenkliche Konzessionen in Fragen von untergeordneten Be- tung, zum Teil wohlberechnete Ausflüsse tiefbegründeter Seelen- kenntniss. Glauben würde an ihn auch die Armee, glauben lernen das deutsche Volk". Deze keizer kon op den duur Schlieffen echter niet naast zich dulden, en dus verving hij hem, onder het dankbaar aanvaarde voorwendsel van den hoogen leeftijd, door een „second-rate personality" dezelfde kwaliteit stof, waaruit hij zich een rijks kanselier liet snijden. „Dit is nog niet het ergste, dat ons overkomen kan", aldus formuleerde Bismarck eens zijn oordeel over zijn opvolger, gene raal von Caprivi, „wacht tot er een bureaucraat aan het'hoofd der regeering komt. Dan is Pruisen's lot beslist". 753 Teekenend vertelt William Martin: a book of memoirs one of the sailors of the imperial yacht tells that Wihiam II always wished to sail the boat himself and to take the tiller, but as he was incompetent and there was cause to fear a n-ishap, a false tiller was made, that he could handle as he liked, while the boat was realy sailed secretly, bij the pilot". Schheffen paste blijkbaar ditzelfde middel toe ten aanzien van de keizer manoeuvres 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 25