2. SCHLIEFFEN.
door
M. H. DU CROO,
kapitein van den Gen. Staf.
(met 2 schetsen).
I.
„Wie ter wereld is toch de generaal von Moltke"?
Dat vroeg nog in den ochtend van den 3en Juli 1866 een hoog
geplaatst Duitsch officier.
Dat gebeurde op de hoogte van Sadowa.
Voor de derde maal, na Reichenau en Münchengratz had prins
Friedrich Karl, commandant van het Duitsche eerste leger, aan
getoond dat „es noch immer den getrennten Teilen einer Armee
eine liebgewordene Gewohnheit (ist) sich zunachst vor dei feinci-
lichen Front zusammen zu drangen, ehe sie zum Angriff über-
gehen" (Schlieffen, Cannae).
In en om het Swiepwald drongen zich de Pruisische bataljons
samen, zwaar gehavend door de Oostenrijksche artillerie; de op
ejo-en 'verantwoording door Feldmarschallleutnant Mollinary en
Graf von Thun (Oostenrijksche 4e en 2e korps) ondernomen
aanval op Fransecky's linkerflank, algemeene richting Swiepwald
en Cistowes, dwong de Pruisen terug vluchtelingen uit de voorste
lijn vertoonden zich reeds; de laatste Pruisische batterijen reden
op tot in de onmiddellijke nabijheid van den koning en zijn staf;
iedereen, zelfs Bismarck, verkeerde in onrust, onzekerheid en op
winding waar bleef het 2e leger, dat in de rechterflank, dat in
den rug der Oostenrijkers moest verschijnen?
Toch was op dat oogenblik de generaal von Moltke reeds in
staat om rustig, kalm, zonder eenige aandoening den koning te
melden: „Eure Majestat haben den Feldzug gewonnen".
730
Lisez et relisez sans cesse les 'campagnes d'An-
nibal et de César, de Gustave Adolphe et de
Turenne, du Prince Eugène et de Frédéri'c, c'est
la seule manière de devenir grand capitaine et
de surprendre les secrets de l'art de guerre.
Napoléon.