Aldus de grondgedachte, niet het Siegesrezept van Schlief-
fen, zooals hij haar in 1905 aangaf.
Meer dan een grondgedachte gaf het plan niet, kón het ook
niet geven, omdat Foerster zegt het zoo juist - Schlieffen te
zeer een leerling van Moltke was om diens uitspraak niet te
onderschrijven en toe te passen: „kein Operationsplan reichtmit
einiger Sicherkeit über das erste Zusammentreffen mit derfeind-
lichen Hauptmacht hinaus. Nur der Laie glaubt im Verlauf eines
Feldzuges die konsequente Durchführung eines im voraus ge-
fassten, in allen Einzelheiten überlegten und bis ans Ende fest-
gehaltenen ursprünglichen Gedankens zu erblicken".
Zooals reeds aangegeven veroordeelt o. m. von Schlichting deze
plannen van Schlieffen, welke volgens hem weinig meer en ook
weinig beter zijn dan „ein Kleben an der reinen exerzierten
Schlacht" ook Leuthen kon deze criticus nimmer hooger aanslaan
dan „einen reinen Exerzierplatszieg".
En toch waren in die plannen belichaamd de overoude be
ginselen der oorlogsvoering
de vernietiging door een aanval tegen front en rug;
het zoo sterk mogelijk zijn op de plaats, waar de beslissing
wordt gezocht
de verrassing
de overeenstemming van den aanval in front met die tegen de
flankde harmonische aanval!
En, vraagt Groener, is dit plan dan niet in overeenstemming
met Frederik de Groote's Generalprinzipien des Krieges, door
een meester in de kunst der oorlogsvoering uit de praktijk verklaard:
„Ein Gedanken muss das ganze Heer durchdringen
Man muss ein Provinz opfern und zur rechten Zeit zu verlieren
wissen
Wer alles verteidigen will, verteidigt nichts
Wer seine Krafte zersplittert, wird im einzelnen geschlagen
Man richtet seinen Stoss gegen den schwachsten Punkt des
Feindes;
Nehmt den Zufall alles, was ihr ihm durch euern Scharfbhck
und eure Vorsicht entreissen könnst".
Met het ontwerpen van het plan 1905, kort daarop gevolgd
door zijn aftreden, achtte Schlieffen het vraagstuk ten aanzien
van het offensief in het Westen nog niet opgelost, althans af
gedaan.
Immers, na dat jaar begint Rusland weer meer en meer als
gevaarlijke tegenstander mee te tellen. En hiermede moet rekening
worden gehouden.
Echter blijft Schlieffen vasthouden aan zijn grondgedachtehet
alles verpletterende offensief in het Westen.
Hoe hij zich daarbij het optreden tegenover Rusland dacht,
werd in het I. M.T. no. 12 van 1929 reeds aangegeven: Oost-
758
