Elke week wordt bij toerbeurt een van de patrouilles aangewezen voor het verrichten van den dienst van „patrouille van de week". De patrouille van de week moet de geheele week gedurende be paalde tijden van den dag gevechtsklaar gereed zijn om op het eerste bevel van het hoofdkwartier onmiddellijk te kunnen starten. Geen van de piloten mag zich met zijn toestel zonder voorafgaande toestemming buiten de onmiddellijke nabijheid van het terrein ver wijderen. Deze patrouille heeft o.a. tot taak gedurende deze week de vol gende opdrachten uit te voeren le. een stijgproef door minstens twee van de drie toestellen, met volle oorlogsuitrusting, naar 5000 M., indien geen zuurstof apparaat ter beschikking is en naar 7000 M., indien dit wel het geval is. De benoodigde tijd moet worden opgenomen. 2e. dagelijks de hoogte en dikte van de wolkenlagen boven het terrein te bepalen 3e. de zichtbaarheid ten opzichte van bepaalde objecten op te nemen. De gegevens worden verzameld in een rapport, waarin tevens worden vermeld de in dat tijdsverloop gehouden oefeningen in het opsporen van vijandelijke vliegtuigen, waarbij de totale tijd, be- noodigd vanaf het tijdstip van ontvangst van het bevel tot aan het bereiken van een bepaalde hoogte en opgegeven lijn wordt opgenomen en voorts de uitgevoerde oefeningen, in formatie of individueel, in het beoefenen van verschillende aanvalsvormen met of zonder behulp van den miitrailleurcamera. Het rapport wordt door den patrouillecommandant ingevuld en geteekend en na af loop van de weekbeurt ter controle toegezonden aan den afdeelings- commandant. De patrouilles van de week wordt tevens aangewezen voor het uitvoeren van speciale opdrachten, zooals avondoefeningen in samenwerking met zoeklichtafdeelingen enz. Niet alleen, dat op deze manier een zeer goede periodiek terug- keerende oefening wordt verkregen, waarbij de uitrusting steeds compleet en in goeden staat moet verkeeren, doch ook heeft men steeds de beschikking over verschillende afdeelingen, gevechtsklaar om op te kunnen treden, indien dit plotseling vereischt zou zijn. In elk v 1 i e g k a m p is een bevelskamer, welke in manoeuvre- en oorlogstijd bestemd is voor den staf van de bepaalde afdeeling. Dit gebouw is door middel van lijntelefonie en radiotelegrafie verbonden met het hoofdkwartier, waaronder die afdeeling ressor teert en telefonisch met de hierna te noemen verblijfplaats van de piloten. Hier komen alle berichten en bevelen van het hoofdkwartier binnen, worden uitgewerkt, terwijl de bevelen verder uitgegeven worden aan de desbetreffende onderdeelen. 766

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 38