een normale oefeningssterkte van drie toestellen. (In oorlogstijd
kunnen ook meerdere (4 a 5) toestellen ingedeeld worden, naar
gelang van de uit te voeren opdracht, soort en sterkte van den
vijand enz.).
In afdeelingsformatie vliegt in elke patrouille de patrouille-
commandant vooraan, de opvolger (No. 2) rechts en achter, het
derde toestel links en achter. De achtervliegende toestellen kun
nen een weinig hooger als de Commandant vliegen.
De patrouille met den afdeelingscommandant aan het hoofd
vliegt voorop, rechts naast en achter gevolgd door de tweede
patrouille met den opvolgend commandant aan het hoofd, terwijl
de derde patrouille links naast en achter de eerste patrouille
optreedt. De beide laatste patrouilles kunnen weer eenig hoog
teverschil met de eerste onderhouden.
De formatie is normaal gesloten. De toestellen vliegen zoo
dicht bij elkaar (een halve vleugellengte tusschenruimte en af
stand), dat zij in staat zijn een geconcentreerd vuur uit te bren
gen, elkaar onmiddellijk kunnen ondersteunen, terwijl de uit
te voeren bewegingen op een teeken of kort bevel van den
commandant gemakkelijk en snel kunnen geschieden. Het vliegen
in gesloten formatie kost in het algemeen minder inspanning
dan het vliegen in open formatie. Tactische- en weeromstandig
heden kunnen echter noodzaken de open formatie aan te nemen.
Voorts kunnen, naar gelang de gevechtsomstandigheden dit nood
zakelijk maken, de V-formatie en de echelonsformatie naar
rechts of naar links worden aangewend.
769
fig. I.
afdeelingsformatie.
3 q =V-formatie.
Echelonsformatie=
A
fig. II.
C
fig. III.