Op bldz. 663 lezen we„Is het dan de bedoeling, dat bij het geven van de eerste richting de batterij-telefonist de Cos. doorgeeft alleen aan den O C en in andere gevallen de Cos. hoorbaar doorgeeft aan alle Stuk-Cn. en de bediening?" Mijn antwoord daarop isNeen, eenheid in het doorgeven moet onder alle omstandigheden blijven bestaan en daar is m i. geen bezwaar tegen Inderdaad is het soms overbodig, dat Stuks-Cn. en be diening sommige Cos. van den vuurleider vernemen, doch de eenvormigheid van de methode eischt, dat de batterij-telefonist met luider stem ook die overbodige Cos. doorgeeft aan de geheele batterij. Bezwaren brengt dit niet met zich mede en er wordt ook geen tijd mede verspild. Op bldz. 664 wordt twijfel uitgesproken of de nieuwe methode met succes toegepast kan worden in vreemd terrein. Door mij is de methode beproefd zoowel in als buiten het garnizoen ook in vreemd terrein is ze succesvol gebleken. Waarom zou de O.C. niet steeds kunnen worden aangemerkt als de meest aangewezen per soon om eventueel punten vast te leggen Het doet aan de methode niets af. In de praktijk is niet gebleken, dat de batterij dubbel werk ver richtte, bij het doorgeven van een Co als b.v. „Batterij 20 meer, 2e 5 minder, 3e 4 meer", als deze Cos in gedeelten gegeven worden, zie bldz. 665). De werkwijze der richters is dan, dat ze eerst op hun toestel 20 bijtellen en als het volgende deel van het Co komt, zal de richter van hef 2e stuk bij den stand van zijn toestel nog 5%o bijtellen en die van het 3e stuk 4%o aftrekken. Dit optellen of aftrekken behoeft in het geheel niet uit' het hoofd te geschieden. De richters en tempeerders gebruiken hun toestel bij wijze van telraam, dus met behulp van de verdeelingen van hun toestel tellen ze op of trekken ze af en thans is het misschien duidelijker, dat er door richters en tempeerders bij de nieuwe methode geen of zeer weinig fouten worden gemaakt bij het stellen van hun toe stellen. Op bldz. 667 werd de vrees uitgesproken, dat de intellectueeïe samenwerking tusschen vuurleider en O.C. verloren gaat bij toe passing der nieuwe methode. Bij een ernstige beproeving is mij gebleken, dat deze vrees niet behoeft te worden gekoesterd, in tegendeel zal de O.C. meer dan bij de oude methode de leider van zijn batterij zijn. Hij kan beter toezien op de uitvoering van de door den vuurleider gegeven Cos. De O.C. kan ook bij de nieuwe methode het persoonlijk element in de vurende batterij blijven. De uitwerking der onverkorte Cos van den vuurleider is zoo eenvoudig dat ze zonder bezwaar aan de stuks-Cn kunnen worden toevertrouwd. 792

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 64