803 van het feit, dat de preventieve werking van de onderzeeboot nog belangrijk wordt verhoogd, doordat zij voor een eventueelen aanvaller de noodzakelijk heid schept uitgebreide voorzorgsmaatregelen voor bescherming van zijn schepen te nemen en daarmede tot veel grootere krachtsinspanning noopt. De meerdere of mindere gemakkelijkheid van concentratie der vloot opeen bepaald punt van den archipel zal afhangen van de dislocatie bij mobilisatie. Deze zal worden geregeld naar omstandigheden, waarbij de maatregelen voor het militairiseeren der gouvernementsmarine en de goede radiografische ver bindingen de verkenning sedert den wereldoorlog zeer hebben vergemakkelijkt. De toenmaals in deze wateren aanwezige scheepsmacht moet voor de hand having onzer onzijdigheid als van belangrijk minder beteekenis worden aange merkt dan die welker afbouw thans wordt voorgenomen. De taak van den Marine luchtvaartdienst (deze zal 60 groote verkenners tellen. S.) omvatpatrouilleeren en verkennen, zoowel bij neutra- liteitshandhaving als eventueel bij oorlog; in dit laatste geval kunnen de vliegtuigen tevens benut worden om bommen te werpen op vijandelijke schepen, terwijl de daarvoor ingerichte toestellen ook torpedo's kunnen lanceeren. In den vliegdienst heeft men een macht, die zoowel groote verspreiding als snelle concentratie toelaat, die over groote uitgestrektheid kan zien en tevens, zoowel in strategische als in tactische samenwerking met de vloot kan staan. D e v 1 o o t, waaronder begrepen de Marine luchtvaartdienst, zal na tien jaar op sterkte zijn op 4 onderzeebooten na, waarvan 2 in 1943 en 2 in 1946 in Indië kunnen zijn De afwerking van de Marine vliegkampen (Soerabaja en Tandjongpriok) zal na 10 jaar zijn beëindigd, de inrichting van Soerabaja als steunpunt zal dan voltooid zijn op de beide batterijen van 24 c.M. na (zie programma, opgenomen in I.M.T. no 7. blz. 709). Daar de onderzeeboot, dank zij haar technische ontwikkeling in de laatste jaren, gedurende langen tijd los van een basis of moederschip kan ageeren wordt een onderzeebootmoederschip niet bepaald noodzakelijk geacht, Daarom is niet gerekend op de vervanging van „de Pelikaan". Verwacht wordt dat het personeel van de geprojecteerde vloot in 1934 op sterkte zal zijn. De totaal kost en voor de inrichting van Soerabaja als steunpunt worden globaal geraamd op 35.5 millioen, waarin begrepen de bouw van de Pyrotechnische Werkplaats, munitie- en mijnenmagazijnen op Madoera, de bouw van de batterij aan het Westgat (wordt door de landmacht bediend), de anti-luchtverdediging (als voren) en de oprichting van 2 batterijen met kanons van 24 c.M. (als voren). De bouw van l.g. batterijen worden geraamd op 12.5 millioen. Voor den aanbouw van het operatieve orgaan voor de vloot (de nieuwe kruiser inbegrepen) zal gedurende de eerste 10 jaar gemiddeld 4.25 millioen per jaar moeten worden besteed. Het materieel der vloot voor locale verdediging (zie programma, opgenomen in I.M.T. no 7 blz. 709) zal gedurende de eerste 10 jaar gemid deld 1 millioen per jaar vragen. Voor aanschaffing en instandhouding van het materieel van den Marine vliegdienst zal gemiddeld per jaar noodig zijn 1.8 millioen. De afwerking der Marine vliegkampen wordt geraamd op rond 1 millioen. Alzoo totaal Voor inrichting van Soerabaja 35 5 millioen Voor het operatieve orgaan in 10 jaar: 42.5 millioen Voor materieel voor locale verdedigingen in 10 jaar: 10 millioen Voor den Marine vliegdienst in 10 jaar: 18 millioen Voor de Marine vliegkampen 1 millioen 107 millioen. Hierboven komen dan de jaarlijksche terugkeerende uitgaven voor het per soneel en voor de exploitatie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 75