Kriegskunst nirgends einen festen Grund findet" dat iedere theorie „die sich in absoluten Schlüssen und Regeln selbstgefallig fortbe- wegen wollt'e", nooit kan voldoen in „diesem Akt des mensch- lichen Verkehrs, diesem Konflikt grosser Interessen, der sich blutig löst". Clausewitz waarschuwt voor de theorie „die sich mit der Geist in Opposition setzt", omdat de theorie juist in overeenstemming met het werkelijke leven moet worden gebracht en Schlieffen onderstreept dit krachtig „jeder Fall muss inr Kriege nach seiner Eigenart befrachtet und durchdacht werden". Hoe stelde de oudere Moltke zich tegenover de theorie? „Men moet zijn flanken en zijn rug dekken"maar in 1866 rukt Moltke Bohemen binnen en laat slechts een divisie en enkele vestingtroepen tegen de Hanoveranen en de Beieren achter. Maarzoodoende kan hij achttien divisies samentrekken op de plaats waar naar zijne overtuiging de beslissing moet vallen. „Men .moet zijn krachten bijeenhouden" maar veertien dagen voor den slag van Königgratz was het Pruisische leger nog over een lengte van 350 K.M. uit elkaar getrokken. „Voor den slag moet een massa worden gevormd" Moltke vormt de massa echter t ij d e n s en zelfs tegen het einde van den slag enKöniggratz is het resultaat. „Het vijandelijke leger is het object, waartegen men moet op rukken" maar Moltke rukt niet op tegen Olmiitz, waar Benedek na den slag het Oostenrijksche leger opnieuw tracht te verzamelen, doch tegen de hoofdstad Weenen. En dit oprukken brengt den vrede. „Vóór alles moet een veldheer zijn basis veilig stellen"— maar bij Gravelotte en Sedan zoekt het Duitsche leger den beslis- senden slag met den rug naar Frankrijk gekeerd. Schlieffen aanvaardt niet dat de resultaten van al deze „afwij kingen" uitsluitend het gevolg waren van dom geluk ondanks de gemaakte fouten: „das Glück bleibt auf die Dauer nur dem Tüchtigen treu" En hij wijst op de honderd en één fouten, door Moltke's onder aanvoerders begaan en uitsluitend door de A u s h i 1 f e van Moltke weer veronzijdigd was dat uitsluitend dom geluk? En hij vraagt de aandacht voor Marengo, voor Jena, voor Leu- then „zu dem Resultate werden wir wohl nicht kommen, dass derjenige ein grosser Feldherr ist, welche viele Fehler begeht, aber wohl zu d e m j e n i g e n, dass, wer einen entscheidenden Sieg erringen will, jene strategischen Gesetze beherrschen, dass er ab- wagen muss, über welche er sich in dem gegebenen Fall hinweg- setzen und welche er zum kühnen Wagen benutzen kann". En dan is het begaan van „fouten", het plegen van afwijkingen ten aanzien van de „theorie", zooals hierboven aangegeven, zeker niet zoo gevaarlijk als het domweg vasthouden aan een en dezelfde 735

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 7