verdragen en overeenkomsten van beteekenis voor het vraagstuk der be
perking van de bewapening, alsmede het op 22 April j.l. geteekende
Londensche vlootverdrag.
De overzichten zijn wederom herzien en voor zoover mogelijk vervol
ledigd aan de hand van de nieuwste gegevens.
Hel jaarboek is weder te verdeelen in drie gedeelten. Het eerste deel
handelende over de land- en zeemacht, het tweede deel gevende over
zichten van de uitgaven voor de nationale defensie en het derde deel be
vattende statistieken van de in verschillende landen voortgebrachte pro
ducten en ruwe materialen van beteekenis voor de nationale verdediging,
alsmede van den in- en den uitvoer van dergelijke producten.
Voor wat betreft het Nederlandsch-Indische leger beantwoordt het Jaar
boek aan redelijkerwijze te stellen eischen van volledigheid.
C'
10. BESPREKING ORGAAN N.I.O.V. Julinummer.
Na een „in memoriam" gewijd aan den tengevolge van een motorongeluk
nabij Bojolali overleden lsten luitenant der Artillerie J. Jacobs, volgen de vol
gende bijdragen.
Het verre Oosten 1929 van WJ. Lucardie besprekende „de Philippijnen.
„Het weduwen- en weezenfonds van de Indische Officieren door B. W.C.G.
Vries. Schr. komt, na een beschouwing te hebben geleverd, dat in het algemeen
rangs of standpensioenen te verkiezen zijn boven evenredige pensioenen, tot
de conclusie dat, sprekende over weduwenpensioenen op de vraag t „rangspen
sioenen of niet" het antwoord moet zijn, dat de bestaande regeling met rang
pensioenen ware te behouden. Voort redeneerende komt de schr. nog tot de
slotsom een normaal pensioen van f 2688.voor alle officiersweduwen, ten
minste zoolang voor de ambtenaarsweduwen de bestaande regeling gehand
haafd blijft.
Voorbereidingen ten aanzien van de chemische oorlogvoering in verschil-
lende landen en de bescherming van de burgerbevolking tegen gasaanvallen
gevende een algemeen overzicht, waaruit blijkt dat het vertrouwen in een
overeenkomst om den gasoorlog uit te bannen, nergens groot is.
Critische uren voor een gedeelte van het Duitsche leger onder generaal
Baron von Hausen op 28 Augustus 1914, door P.A. Bange. De aard van dit
opstel kan blijken uit de volgende zinsneden waarmede de schrijver aanvangt:
„Bekend zijn de ontmoetingsgevechten tusschen Franschen en Duitschers
in de Ardennen in de nabijheid van de Fransch-Belgische grens, o. a.teEthe,
te Neufchateau en Tintigny, levendig beschreven door den tegenwoordigen
luitenant-kolonel GRASSET, die als compagniescommandant met zijn com
pagnie zelf aan deze gevechten heeft deelgenomen en den dikwijls voor de
Fransche troepen noodlottigen, op een catastrophe gelijkenden afloop, hun
betoonden heldenmoed ten spijt, in schrille kleuren heeft geschilderd.
Minder bekend is, dat men ook aan Duitsche zijde voor dergelijke critieke
gevallen heeft gestaan, waarbij het uitblijven van een débacle enkel te danken is
aan toevallige omstandigheden, doch waarbij het reeds ingetreden begin der
crisis geen twijfel overlaat omtrent de verdere gevolgen, welke een kleine
wijziging van het toeval in ongunstigen zin zou hebben gehad. In de Revue
Militaire Frangaise No. 92, van Februari 1929, beschrijft de kolonel ROSET
een dergelijken crisisdag voor een gedeelte van het 111 de Duitsche leger
onder generaal Von Hausen op 28 Augustus 1914".
Onder het opschrift „Amerika en de Negerbevolking" bespreekt R. het Ne-
gervraagstuk in de Vereenigde staten. Voorts een uittreksel uit de oorlogs-
begrooting voor i931 en uit daarop betrekking hebbende Volksraadstukken,
Vereenigingsaangelegenheden en Persoverzicht.
C'
809