916 5. organisatie en inrichting van een waarnemingspost. Gedragregels. Aan- teekening der waarnemingen in het daarvoor bestemde aanteekenboek; ver plaatsing van den waarnemingspost; 6. opstellen en overbrengen van het verslag der waarnemingen; 7. telkenmale als een bataljonsoefening met tegenpartij wordt gehouden, moeten de „observateurs" aan de oefening deelnemen. Hetzelfde geldt voor alle oefeningen in oefenkampen met tegenpartij. Allgemeine Schweiz. Militar-Zeitung. No. 4. April 1930. „VInstruc tion de combat'', kapitein P. Jacot". Ten einde het allen gemakkelijk te maken bij gevechtsoefeningen van de sectie en de compagnie, is het noodzakelijk te werken met een „plastron", enkele manschappen voorzien van voldoende vlaggen en losse patronen. Anders werkt de verbeeldingskracht van iedereen verschillend, de samenhang ontbreekt, de leidende gedachte wordt gebroken en men loopt kans onrechtvaardige critiek te geven, want dikwijls stelt de een of andere ondergeschikte zich de situatie op een geheel andere manier voor, dan die was gegeven en Iaat daarbij omstandigheden of hinderpalen optreden, welke voor den leider niet bestaan". Voorschriften. Revue militaire suisse. No. 4. April 1930. „Le nouveau reglement de l'infanterie italienne", kapitein Perret. De infanterie telt 90 regimenten. Per divisie 1 brigade a 3 regimentenelk regt. heeft 3 bataljons a 3 compagnieën a 3 secties. Het regt. divisie-artillerie telt 4 afdeelingen, elk van 2—3 batterijen van 7,5 cm. kanonnen en 7,5 en 10 cm. houwitsers. We lezen o.a. „De fundamenteele taak van de sectie zware mitrailleurs is, alle steun waar toe de mitrailleurs van de sectie in staat zijn, te verzekeren aan de infanterie, in samenwerking waarmede zij moet werken. In den aanval wordt de keus voor de eerste stelling bepaald door den steun, welke gegeven moet worden aan de infanterie tijdens de voorwaartsche beweging. Indien noodzakelijk moet die onafgebroken steun verzekerd zijn, door de mitrailleurs beurtelings naar voren te doen gaar, zóódanig dat twee derde van alle mitrailleurs steeds kan schieten." Bulletin beige des sciences militaires. No. 5. Mei 1930. Onder Analyses et comptes rendus", „2. France" vinden we vermeld de verschijning van het derde deel: Service en campagne. 1930" van hetinfanterie-reglement, waaruit het voornaamste der verschillende hoofdstukken van Titre V Sureté in het kort wordt vermeld. Tactiek. Mavors. No. 5. Mei 1930. „De compagnie als steunpunt bij de voorposten voor een stelling", kapitein J.D. van der Waall. „De zware mitrailleurs moeten, in verband met de mogelijkheid om tot op groote afstanden een juist gericht vuur te geven, bestemd worden voor tegenvoorbereidingsvuren op plaatsen, waar de aanvaller zich gereed stelt voor steun aan nevensteunpunten om vuur te brengen op afstanden, grooter dan die waar de lichte mitrailleur werkzaam vuur kan afgeven (dus ter „verlenging" van dat vuur). Verder kunnen ze op belangrijke plaatsen het vuur der lichte mitrailleurs versterken (afsluitingsvuren, stormvuur), vuren op oogenbliksdoelen, eventu- eele tegenstooten voorbereiden en steunen, vuur afgeven op laagvliegende vliegtuigen". „De mortier van 8 moet vuur brengen op doelen, opgesteld achter dekkin gen of in terreindeelen, waar met de overige infanterie wapens geen vuur kan worden gebracht. Verder kunnen ze vuur afgeven kort vóór de eigen troepen (stormvuur). Revue militaire suisse. No. 4 April 1930. „La guerre de chasse", kolonel de Diesbach. In dit slotartikel (zie ook I. M. T. blz. 819) vinden we o. a. „De kleine oorlog is geen hersenschim het is een idéé die tot werkelijk-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 102