924
vergeleken met den Fokker D. XVI (nieuwe Fokker-jager) niet 32Ö kirt.
snelheid en een stijgtijd tot 5000 meter van 12 minuten.
Militaire Spectator. No. 5. April 1930. Onder „Gegevens vreemde legers"
wordt e. e. a. vermeld omtrent de Militaire Luchtvaart in Zwitserland, dat
momenteel beschikt over 18 iuchtvarrt-compagnieën, 3 secties fotografen en
1 parkcompagnie. De sterkte der luchtvaarttroepen is 106 officieren, 499 on
derofficieren en 2241 soldaten. Als nieuwe jachtvliegtuig is gekozen een De-
woitine-jager (D27), een eendekker met één zitplaats, max. snelheid 300 km.,
stijgt tot 5000 meter in 10 minuten, tot 6000 meter in 16 minuten.
Voor waarnemingsvliegtuig wordt een keus gedaan tusschen Fokker en
Potez. Het heeft een maximum snelheid van 240 km. en stijgt tot 5000 meter
in 16 minuten.
Afweer van vechtwagens.
La revue d'infanterie. No. 452. Mei 1930. „Idees allemandes en matière
de defense contre chars", Luit. kolonel Grenier en commandant Perré. De vol
gende aanhaling vinden we uit „Der Kraftzug in Wirtschaft und Fleer, No. 8"
„De voorste linie, evenals de wapens in de zone daarachter, welke geen
zekere uitwerking hebben tegen vechtwagens, lichte of zware mitrailleurs bij
voorbeeld, moeten derhalve als doelen nemen
le. de vijandelijke „mitrailleuses de surveillance"
2e. de vijandelijke „canons d'accompagnement"
3e. de aanvallende infanterie".
„Tegen moderne vechtwagens kunnen de wapens der beide eerste cate
gorieën (zware mitrailleurs en mijnenwerpers) slechts eenige uitwerking hebben
op langzaam voortbewegende wagens. Zij spelen als gezegd een belangrijke
rol in het gevecht van de voorste linie, door de wapens te bestrijden welke
de vechtwagens steunen; een deel daarvan behoort dus stil gehouden te worden".
„Indien de wagens niet meer beweeglijk zijn tengevolge van een panne,
moet men hun vernietiging overlaten aan de artillerie en aan de mijnenwerpers".
Verbindingsdienst.
Mavors. No. 5. Mei 1930. Verbindingsbevelen", kapitein G. Stiirm. „De
vier gegeven verbindingsbevelen (Div., Regt., Bat. en Comp.) kunnen voor
meerdere dagen gelden. Dit betreft in het bijzonder de bijlagen van elk dier
bevelen. Zijn echter bepaalde gegevens der bijlagen in 's vijands handen ge
vallen, of bestaat het vermoeden daarvan, dan moeten die gegevens onverwijld
vernieuwd worden. Ook aanvulling dier gegevens kan noodig blijken, in het
bijzonder bv. de lichtpistoolseinen.
De onderdeelen van het eigenlijke verbindingsbevel daarentegen kunnen bij
elke wijziging van den tactischen toestand van het betrokken onderdeel ver
anderd (c. q. aangevuld) moeten worden".
Allgemeine Schweiz. Militarzeitung. No. 4. April 1930. „Der Nach
richtenoffizier im Infanterieregiment", kapitein K- Brunner. Uit dit artikel
halen we aan; „De invloed van den „Nachrichtenoffizier" op den comman
dant mag niet te hoog worden geschat. De hulp van eerstgenoemde kan in
een of andere omstandigheid waardevol zijn. De basis voor het besluit, ten
minste nog in het regiment, zal de commandant zich echter zelf verschaffen,
voor een voornaam deel door eigen waarneming, door eigen beoordeeling van
den toestand en ten slotte in hooge mate door intuïtief begrijpen van de situatie".
„Een arbeidsverdeeling tusschen commandant en „Nachrichtenoffizier" op
het gebied der „Aufklarung" in het verband van het regiment is slechts
mogelijk ten nadeele van de commandovoering". „De waarde in het algemeen
van een bericht mag niet te hoog worden aangeslagen". „In den bewegings
oorlog veranderen de omstandigheden veel te snel, dan dat de berichten nog
groote kans op waarheid zouden hebben op het oogenblik dat ze in de hand
van den regimentscommandant komen". „Te groot vertrouwen in meldingen
kan zelfs tot een gevaar voor commandant en troep worden". De opdracht
voor den „Nachrichtenoflizier" ligt minder in de plicht, den commandant
inlichtingen omtrent den tegenstander te verschaffen, als wel daarvoor te