926 Genie. Militaire Spectator. No. 5. Mei 1930. „Militaire bruggen"eerste luitenant H. Th. J. M. Lohmeijer. „Het vraagstuk van de militaire bruggen in zijn geheelen omvang beschou wende, komt men tot de gevolgtrekking, dat, vooral in ons pionier-arme leger, de oplossing verkregen moet worden door meer profijt te trekken van de machine. En wel op de volgende wijzen voor den bewegingsoorlog meer voorbereid materieel bij infanterie en lichte troepen; de technische vervolmaking daarvan heft moeilijkheden op, het trans port, de samenstelling, de hanteerbaarheid en de snelheid betreffende in den stellingoorlog machinale voorbewerkingvonders van standaardtype, waardoor het transport beperkt wordt; bij de pioniercompagnieën te velde, binnen praktische grenzen, eenig ma chinaal gereedschap (voor heien en zagen) improvisatie te beperken tot de werkzaamheden door pioniers, met uitzon dering van die omstandigheden, waarin infanterie, lichte troepen, c.q. artillerie over meer tijd beschikken; ten behoeve van overgangen, welke ondanks infanterie-vuur moeten worden voltrokken (hetzij offensief of terugtocht) ten allen tijde veel voorbereid mate rieel, om den duur der kwetsbaarheid en daardoor verliezen en kans van slagen gunstig te beïnvloeden''. Geneeskundige dienst. Bulletin beige des sciences militaires. No. 5. Mei 1930. ,,L' organisa tion et le fonctionnement du service de santé militaire", majoor-dokter Lérnan. „Overigens, de categorieën van verliezen zijn zeer vele en dat is juist een van de groote moeilijkheden van den geneeskundigen dienstgewonden, voor wie onmiddellijke behandeling uiterst noodzakelijk is, gewonden die binnen korten tijd behandeld moeten worden, enzbuikwonden, gaszieken, besmetten door stikgassen, ongelukken welke te wijten zijn aan temperatuurs veranderingen (bevrorenen, zieken aan zonnesteek) enz iedere categorie vereischt speciale zorgen en heeft speciale afstanden, waar over ze in maximum vervoerd mag wordenhet transport zelf vereischt in gewikkelde voorbereidingen en zorgen, welke opeenvolgende halten en be langrijke en zeer ingewikkelde inrichtingen noodzakelijk maken". Diergeneeskundige dienst. Artilleristische Rundschau. No. 1. April 1930. „Aas dem K/riegsve- terinarbericht des deutschen Heer es 1914/18", majoor P. Buhle. Vermeldt zeer interessante gegevens omtrent den veterinairen dienst (en wat daarmede samenhangt), uit den wereldoorlog, ook wat betreft verliezen, ziekten, ver wondingen enz. „In de oorlogen der vroegere tijden werd de waarde der paardenbespanning hoog aangeslagen. Dat blijkt ten duidelijkste uit de om standigheden, waarin ze faalde of slechts gedeeltelijk voldeed. Reeds Frederik de Qroote zag bij Collin zijn artillerie en in Bohemen zijn treinen tot zijn nadeel steken blijven. In de toekomst zal wel is waar de motortrekkracht de bespanning grootendeels vervangen en aflossen. Maar geheel zal het paard wel nimmer kunnen worden gemist". Topografie. Allgemeine Schweiz. Militar-Zeitung. No. 4. April 1930. „Fliegerauf- nahmen fiir Kartenzwecke"K- S. „De nog voor tien jaren vaak verkondigde meening, dat de luchtfotogrammetrie wel voor overzicht-opnamen van nie;- verkende streken en slechts voor kaarten op kleine schaal, verder voor oorlogsdoeleinden, enz., niet echter voor betrouwbare opmetingen met hoogen nauwkeurigheidsgraad in aanmerking zou komen, heeft zich niet gehandhaafd. De ontwikkeling en de huidige stand van de luchtfotogrammetrie, deze bij zondere toepassing van fotogrammetrische terreinopmeting maken het mogelijk de van uit een vliegtuig in ons land vervaardigde fotogrammetrische opnamen, zoowel voor kaartdoeleinden als ook voor kadastrale metingen in het ge bergte, met technisch en economisch bevredigende resultaten te gebruiken". U.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 112