Von Bernhardi betoogde voorts, dat Schlieffen de kunst tot
een handwerk verlaagdezonder overmacht leidt de Schlief-
fensche gedachte tot een bankroetverklaring der krijgskunst (men
vergelijke hiermede het eigenaardige leeken-oordeel van de
Pierrefeu in „Plutarque a menti"la faillite de l'art militaire
Hij beoordeelt de Schlieffensche opzet als te zijn zuiver mecha
nisch, waardoor hij ten zeerste de eigen vrije wil der onderaan
voerders belemmert
De Schlieffensche gedachte is dan ook lijnrecht in strijd met
hetgeen von Bernhardi aanprijstde geniale conceptie
Von Kuhl wijst erop hoe Schlieffen als geen ander voorzag hoe men
met moderne massa's niet meer op de binnenlijnen kan opereeren,
zooals dat Napoleon nog mogelijk was bij Mondovi en Montenotte.
Voor Schlieffen was het vraagstuk geen ander dan het bereiken
van de practische oplossinghoe kunnen de groote massa's op
de doelmatigste wijze worden gebruikt
En zoodra massa tegen massa opmarcheert, zal naar mensche-
lijke berekening de breede linie van den van huis uit naar om
vatting strevende den smal en diep geechelonneerde vóór zijn.
Daar krijgt de omvatting haar kansen.
Tot zoover von Kuhl.
Maar de oorlog heeft nog meerdere zwakke, althans niet door
de praktijk bevestigde stellingen in het betoog van von Bernhardi
blootgelegd.
Heeft vooral 1914 niet andermaal aangetoond, dat de volkomen
vrije wil der onderaanvoerders eer tot een nederlaag dan tot een
overwinning leidt en dat de menschenkenner Schlieffen in
d i t opzicht volkomen juist had geoordeeld
„Man war oft in Versuchung den Armeefürern zuzurufen wol
len Sie nicht einmal erst Ihre Leute ausrichten und Points vor-
nehmen? Ein solches Durcheinander war vorhanden. Die Leute,
welche die Richtung erfunden haben, sind ja zu grossen Pedanten
geworden, aber ursprünglich wollten sie doch ihre Krafte
zusammenhalten und mit diesen einheitlich wirken".
Aldus een oordeel van Schlieffen in 1905, bij de bespreking
van een voorjaarsoefening
Von Bernhardi vergeet bij zijn veroordeeling, hoe Schlieffen vóór
alles heeft betoogd, dat „die Strategie ein System der Aushilfen
ist" en dat hij te allen tijde naar d i e Aushilfe heeft gezocht,
welke hij in de gegeven omstandigheden de beste dacht men
vergelijke hier met zijn voorbereidende studies ten aanzien van
de operatieve mogelijkheden voor de Duitschers op het Oostfront.
En heeft tenslotte ook de zelfs zoo verwaterde opmarsch der Duit
schers op het Westfront niet de juistheid aangetoond van Schlief-
fen's overwegingen en beredeneering ten opzichte van zijn plan
De Franschen vertrouwden op de geniale gedachte, welke te
goeder tijd als een lichtstraal uit de hooge hemelen zou inslaan in
het brein van hun veldheer, die ten strijde trok met de aan eenvoud
831