Het voorstel Michel zou beteekenen, dat het Fransche leger
bij mobilisatie 2 millioen instede van 1.300.000 man telde, zoodat
de aan- en invaller op tenminste gelijke sterkte zou stuiten.
Na aftrek van de verschillende corps de couverture langs de
grenzen, denkt hij zich een hoofdmassa van ongeveer 500.000
man tusschen Lille en Avesnes teneinde de hoofdmassa van de
Duitsche omtrekking te kunnen tegenhoudeneen tweede groep
van 300.000 man plaatst hij rechts van de eerste tusschen Hirson
en Rethelterwijl een derde groep van ruim 200.000 het gar
nizoen van Parijs en tevens een algemeene reserve vormt.
Deze denkbeelden gingen rechtstreeks in tegen die der leidende
Fransche militairen.
Men geloofde daar niet aan een z ver uitgehaalde omtrekking
door Noord-België, terwijl men de meening was toegedaan, dat
de Duitschers hun reserve-korpsen niet zouden aanwenden in
de openingsslagen deze reserve-formaties konden immers en
hierbij vergeleek men met de eigen soortgelijke formaties
eerst na langdurige oefening geschikt worden gemaakt om in
eerste linie aan den strijd deel te nemen
Men hield derhalve rekening met een zeer snellen Duit-
schen aanval, uitgevoerd door het actieve leger en met den
rechtervleugel aanleuning zoekende aan de Maas.
Tegenover een dergelijke bedreiging zag men slechts één
oplossingdezen aanval te doorkruisen, ja zelfs te voorkomen
door een Fransch offensief, uitgaande van de Fransche Oostgrens.
„II faut se préparer a la seule méthode, qui puisse forcer
la victoire en cultivant avec passion, avec exagération tout
ce qui porte la marque de l'esprit offensif. Allons jusqu'a l'excès
et ce ne sera peut-être pas assez" aldus Grandmaison, d e
propagandist voor het offensief a outrance.
Daarom dienden ook zooveel mogelijk „actieve" soldaten en
zoo weinig mogelijk reservisten te worden ingezet: de wet op
den driejarigen diensttijd wordt aangenomen, zoodat dus steeds
twee volledige contingenten onder de wapenen zijn.
De Fransche strategen willen uit de diepte opereeren en
bovenal manoeuvreeren la bataille manoeuvre
Daartoe achten zij noodig een smal front en een diepe
echelonneering der legers; vooruitgezonden onderdeelen brengen
de berichten, verkregen door het gevecht en zoodra het zwakke
punt bij den tegenstander onderkend is, vangt üe manoeuvre aan.
Ook in de verdediging werd naar diepte gestreefd; men
eischte meerdere linies en bovendien weer vooruitgeschoven
stellingen het teruggaan uit deze stellingen achtte men nog wel
mogelijk; de hoofdreserve werd voor den tegenstoot bestemd.
Vroegtijdige ontwikkeling moest, met het oog op
de manoeuvre, worden voorkomen een breede sluier van be-
837