veiligende afdeelingen werd daarom voor de gemasseerde re serves geschoven. De volgelingen van Grandmaison les jeunes Turcs drongen hun denkbeelden met alle kracht naar den voorgrond van het Fransche militaire tooneel; waarschuwingen werden in den wind geslagen van mannen als Bonnal, die toch een offensief welge zind waren, maar die redelijker en ook meer gefundeerd konden denken, omdat zij „aus dem Buche der Vergangenheit" gelezen en geleerd hadden. „Avant de songer a de porter des coups a 1'ennemi", waar schuwt hij, „il faut être en mesure de parer les siens et de ri- poster, si, prêt le premier, il en profite pour attaquer". Een „bloc" wordt tegen Michel gevormd. En een kostelijk spel van den politieken haard vangt in Frank rijk aan. In een zitting van den Conseil Supérieure verklaren alle aan wezige leden (generaals) zich tegen het plan Michel, zoodat deze op 23 Juli aftreedt. De regeering had zich als opvolger gedacht Galliéni of Pau. Pau eischt echter de gelijktijdige benoeming van eenige door hem aan te wijzen officieren op leidende plaatsen minister Mes- simy (een politieke kolonel) weigert. Derhalve wordt Pau niet benoemd, zoogenaamd met het oog op zijn vergevorderden leeftijd. En aangezien Galliéni nog ouder is dan Pau, geldt het leéftijdsbezwaar zelfs in meerdere mate voor hem. Een andere lezing vermeldt, dat Galliéni heeft gewei gerd, omdat hij in den Conseil tegen had gestemd, aangezien hij meende dat Michel het algemeene vertrouwen niet meer bezat, terwijl hij onder deze omstandigheden niet als zijn opvolger wenschte op te treden. Bovendien achtte hij zich als officier, die in de koloniën zijn carrière had gemaakt, niet de aangewezen man om aan het hoofd van het Fransche leger te worden gesteld. En zoodoende werd J o f f r e gekozen, een genieofficier, die in Madagascar o. m. nog onder Galliéni had gediend: „a bull-headed, broadshouldered, slow-thinking, phlegmatic, bucolic personage (Winston Churchill)". Hij was het jongste lid van den Conseil, hij had nooit een leger aangevoerd of groote manoeuvres geleid, hij was zelfs bij tactische oefeningen op de kaart nimmer 'als partijcommandant opgetreden. Bij dergelijke oefeningen viel hem gemeenlijk de taak ten deel van Inspecteur Generaal der verbindingen, een taak, welke hem ook bij mobilisatie was toegedacht. Hij weigert eerst zooals ook Moltke Jr. getracht heeft de hem toebedachte taak van chef van den generalen staf te ontgaan. 838

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 20