Als men hem echter tenslotte belooft, dat generaal de Castelnau die geheel op de hoogte was van de grondgedachten en de voor genomen operaties van den generalen staf tot zijn speciale beschikking zal worden gesteld, aanvaardt hij, die ook alweer niet voor veldheer was „geboren und vorausbestimmt'' en die desondanks „ernannt" werd, het veldheerschap over het Fransche leger. „Joffre therefore assumed power as the nominee of the dominant elements in the French staff and as the exponent of their doctrines. To this conception he remained constantly loyal, and the im mense disasters which France was destined to suffer three years later became from that moment almost inevitable" schrijft Winston Churchill. En hij stelt daarmede een in gelijken toonaard afgestemd R. 1. P. voor den veldheer Joffre als Groener het deed voor Moltke den jongere. In 1912 leidt Joffre met de Castelnau als chef van den staf de groote manoeuvres in Frankrijk (partijcommandanten Gallfèni en Marion, beiden leden van den Conseil; als korpscommandanten treden o m. op Dubail en Sordet, als divisiecommandant Dubois). Bonnal schrijft in zijn „Questions de critique militaire et d'actualité" over deze manoeuvres een verre van waardeerende kritiek; veroordeelt o m. dat de manoeuvreslag „n'a été et ne pouvait être qu'une bataille parallèle dans toute son horreur", en teekent anderhalf jaar vóór den oorlog den veldheer Joffre reeds publiekelijk als volgt: „Le général Joffre, vice-président du Conseil supérieure de la guerre, mérite tous les respects, mais il ne peut avoir acquis, aux abords de la vieillesse, des con- naissances et une expérience des choses de la stratégie et de la tactique générale, qui lui faisaient a peu prés complètement défaut lorsqu'il est arrivé au généralat". Hij veroordeelt voorts het „dispositif initial, a notre avis Joutif, imposé par le directeur des manoeuvres". Waarschuwend wijst hij erop hoe het geheel niets beters werd dan een serie afzonderlijke brigade- en divisiegevechten, „liés a des moments différents et séparés par des espaces vides de deux a quatre kilomètres". „Ce n'est pas ainsi que nous devons faire la guerre une bataille exige la convergence des efforts dans le temps et dans l'espace, ce qui suppose une direction habile et beaucoup de cohésion". De manoeuvres zijn niet „brillant" geweest, hoofdzakelijk ten gevolge van „l'inexpérience manoeuvrière du directeur", en van de ongelukkige terreinskeuze. Zeer opvallend in verband met diens geruchtmakende onthef fing van het commando van het 5e leger in Sept. '14 is het 839

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 21