den Latijnschen geest prikkelende en aantrekkelijke klank en kleur bevatten. Echter, klank en kleur vormen als zoodanig nog geen uitvoer baar begrip, en zeer zeker geen strategie. De legers staan langs de grens geschaard gereed voor den aanval in het onzekere. Indien de eene mogelijkheid ten aanzien van den openingszet van den tegenstander zich voordoet, zullen zij zich zóó, indien een andere mogelijkheid tot uitvoering geraakt, zullen zij zich z s groepeeren en zullen zij ook zóó en ziis optreden. Met andere woorden, de Fransche veldheer stelt reeds voor den aanvang de eigen opening afhankelijk van die, welke de tegenstander zal kiezen hij aanvaardt de zekerheid, dat hij een slag achter zal raken hij geeft, ondanks het vooropgezette „offensive endiablée" het initiatief uit handen en maakt de eigen gedachte, de eigen voornemens van huis uit ondergeschikt aan die van den tegenstander. Hij voert de leuze „offensive a outrance" in zijn strategische commandovlag, maar hij blijft toch blijkbaar voorloopig liever even in het defensief, afwachtende welk plan de tegenpartij tot uitvoering zal brengen. Het is een hinken op twee gedachten, een onzekerheid, een besluiteloosheid het is een plan, dat geen plan is en nooit tot een werkelijk plan is gerijpt het is niets anders en ook niets meer dan een onvoldragen, een, strategisch gesproken, bijkans naief uitvloeisel van den cultus van het Dilettantisme. Immers, waar is de groote, strakke lijn getrokken, waar komt de groote, bezonken, naar alle zijden getoetste en overwogen gedachte tot uiting? Een operatieplan, aldus heeft generaal Joffre zich volgens Lanrezac geuit, is een idee, dat men in zijn hoofd heeft, doch dat men niet op papier zet. Desondanks hebben zijn voorgangers waarschijnlijk tenminste zestien plannen op papier gezet. Toch kon men anders en beter verwachten van een Ge- neralen Staf die sinds 1875 zestien maal van hoofd verwisselde en in dien tijd onder veertig ministers van oorlog ressorteerde Maar aan de zijde der tegenstanders hadden in hoofdzaak twee mannen, twee alles en allen leidende geesten gearbeid (het „in terregnum" v. Waldersee kan terzake buiten beschouwing blijven). Vijftien jaar lang werkt Schlieffen (sinds'91) aan het ontwerpen, aan het vervolmaken van zijn plan. Hij bouwt het schakel na schakel op, hij stemt het telkens opnieuw af op nieuwe omstandigheden, op nieuwe mogelijkheden, hij toetst het op iedere mogelijke parade, op iedere mogelijke tekortkoming, hij werkt het uit op stafoefeningen en bij oefeningen 842

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 24