van een Fransch-Engelsch-Belgisch leger met sterken linkervleugel in de lijn Verdun-Lille zou voor de Duitschers „eine böse Sache" zijn geworden. Hoe deze „böse Sache" geneutraliseerd kon worden, geeft Groener in zijn overigens ruim gespannen operatieve studies niet aan. Men scheen aan Duitsche zijde eenvoudig aan te nemen, dat de Franschen niet naar een dergelijken opzet zouden reiken „grosse Gedanken, wie sie in den Schlieffenplan enthalten sind, pflegen, so einfach sie auch scheinen mögen, im Kriege nicht gleichzeitig auf beide Seiten aufzutauchen". Teneinde den lezer tenslotte ook een indruk te geven van dat, wat nog kort voor den oorlog (bagin 1913) in Fransche publiceerende en toonaangevende militaire kringen werd gedacht en beredeneerd, moge dit hoofdstuk en daarmede deze studie worden besloten met enkele uittreksels uit „Paix et guerre" van Bonnal (Questions de critique militaire et d'actualité). „In geval van oorlog beschikt Duitschland over 23 legerkorp sen van 2 tot 3 divisies en een groot aantal reserveformaties (vergelijk hier met Bijlage III). De Duitsche cavalerie, talrijker dan de Fransche, geldt voor de beste van Europa. Onze buren kunnen zeer gemakkelijk het aantal hunner korp sen van 23 op 25 brengen. Zij kunnen verder, indien Oostenrijk en Rusland beiden partij kiezen, met 2 a 3 legerkorpsen aan den Weichsel volstaan. Onze vijanden (dit werd in 1912 geschreven) zullen ons dus aanvallen met 20 of 22 legerkorpsen, ongeveer 900.000 man. In Juli 1870 was het strategische front der 3 Duitsche legers (400.000 man) 120 K. M. breed. Dat front wordt in de toekomst minstens 300 K. M. „A l'exception de quelques retardataires, tout le monde mili taire est aujourd'hui d' accord sur ce point que les Allemands s' efforceront de réaliser contre nous l'enveloppement des ailes, et tout spécialement de notre aile gauche, après avoir violé la neutralité du Luxembourg et de la Belgique". Die manoeuvre is „trés redoutable" als de Fransche leger commandant haar ongestoord laat uitvoeren. „La caractéristique du génie allemand, c' est l'effort un peu lent et méticuleux (pietluttig) qui ne laisse rien au hasard et se développe jusqu'a complet achèvement de l'oeuvre commencée". De Duitsche Generale Staf heeft den aanvangsslag reeds lang in alle bijzonderheden voorbereid. 847 Tannenberg werd nu niet bepaald „pietluttig" opgezet, doorgezeten... geslagenschr.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 29