Tegenover onverwachte handelingen, bedoeld om verwarring
te veroorzaken in hun „manoeuvre préparatoire a la bataille",
les généraux allemands n'ont que leur talent d'improvisation
et les grands chefs de l'armée allemande ne brillent pas pré-
cisement sous ce rapport.
Dat viel Bonnal is nog immer aan het woord zelfs
Moltke soms moeilijk.
En of de Duitschers over een veldheer zullen beschikken, die
met Moltke vergeleken kan worden
Weliswaar heeft de keizer Moltke's neef aangewezen als chef
van den Generalen Staf—„mais de même que l'habit ne fait pas
le moine, le nom ne donne pas le génie; c'est du moins
ce que pense le moindre officier d'état-major
de l'armée allemande.
En het feit, dat Moltke voor een zoo belangrijke betrekking
werd aangewezen, omdat hij de neef van den grooten zwijger
was en omdat hij toevallig ook Moltke heette, staat niet op
zichzelf„nombre de généraux de l'armée allemande ne doivent
leur élévation qu' a des causes a peu prés étrangères a leurs
talents militaires".
Thans nog een slotwoord.
La faillite de l'art militaire aldus heeft Jean de Pierrefeu in
dat eigenaardige, tot nadenken, maar ook dikwijls tot tegenwer
ping stemmende boek „Plutarque a menti" de oorlogvoering in
den wereldoorlog aangeduid.
„Le problème militaire, tel qu'il se présente dans la guerre
moderne, déborde largement l'étroit horizon d'un caste militaire,
si instruite soit-elleil est devenu un problème national".
Aldus de conclusie van dezen reserve-officier, die als ontwer
per van het communiqué als het ware dagelijks in de gelegen
heid was in het G. Q. G. de cuisine van het bedrijf aan Fransche
zijde in werking te zien.
Naast hem heeft een andere „burger", die eveneens de oorlog
voering in vrijwel al haar geledingen in de directiekamer kon
meemaken, zijn kritische inzichten neergeschreven een burger,
die tevens als een der scherpste geesten van zijn tijd mag be
schouwd worden (Winston Churchill, The World Crisis).
En ook hij concludeert zij het dan ook uitsluitend voor
dezen oorlog tot la faillite.
Maar, nuchterder en ook meer tot oordeelen bevoegd dan de
Pierrefeu, zoekt hij in de resultaten van den oorlog niet zoozeer
la faillite van de kunst maar wel van de kunstenaars.
En daarmee raakt hij de kern van de zaak.
Het plan Schlieffen kan naar onze meening nimmer worden
aangevoerd als een bewijs dat de kunst der strategie haar faillis
sement moet aanvragen.
848