De strijd om de overmacht in de lucht bij de poging van den
vijand om te landen, moet worden gevoerd door offensieve pa-
trouille's van jagers, welke samenwerken met de bommenwerpers
en torpedovliegtuigen, welke den hoofdaanval uitvoeren.
Gedurende de eigenlijke landing zullen laag-langs-den-grondsche
aanvallen moeten worden uitgevoerd op troepen in de sloepen
en op kleine afdeelingen, welke reeds aan wal zijn.
In latere stadia zullen magazijnen, aanvullingsschepen en
communicatielijnen moeten worden aangevallen.
De verdedigende luchtmacht is in het voordeel tegenover den
aanvaller
le. door de kwetsbaarheid van het aan te vallen convooi, welke
een gemakkelijk doel biedt voor aanvallende luchtstrijd
krachten.
2e. doordat het voor den aanvaller zeer bezwaarlijk is om door
loopend overmachtige luchtstrijdkrachten te concentreeren
boven het operatiegebied.
3e. door de kwetsbaarheid van de vliegtuigmoederschepen, voor
al door het kwetsbare vliegdekeen lichte beschadiging
hiervan brengt reeds ernstige stoornissen teweeg.
Aan het gebruik van vliegtuigmoederschepen zijn nog de vol
gende nadeelen verbonden:
voor op- en afvliegen moet het schip steeds in de vaart zijn
en dus steeds onder stoom blijven, waaraan een limiet gesteld
wordt door de hoeveelheid beschikbare brandstof;
de ruimte voor berging, het aantal liften en de ruimte om op
te stijgen zijn beperkt en stellen een grens aan het aantal en de
soort van mede te voeren vliegtuigen en aan de snelheid, waar
mede eenige toestellen achtereenvolgens kunnen starten en landen.
Deze nadeelen doen des te meer hun invloed gelden al naar
mate de tonnage van de vliegtuigmoederschepen geringer is.
HET OPTREDEN VAN DE LUCHTMACHT
BIJ HET DEMPEN VAN ONLUSTEN.
De operatie's kenmerken zich door de volgende karakteristieken,
in vergelijking met het optreden tegen een gelijkwaardigen te
genstander.
De tegenstander is in het algemeen niet of slecht georgani
seerd en slecht uitgerust, treedt echter op in een streek, waarin
hij volkomen bekend is en vormt uiteraard een zeer mobielen
tegenstander, niet gebonden door verbindingslijnen e. d.
Objecten, welker behoud voor den vijand een levenskwestie is
en van grooten invloed is op het voortzetten van den krijg, zijn
veelal niet aan te geven. Is dit wel het geval, dan zal de wijze
852