schikt, dat een vijand gedwongen wordt een aanval van groote hoogte te ondernemen. Het is een noodzaak, dat de verdediging uiterst snel tot actie gebracht kan worden. Tegen luchtaanvallen is het noodzakelijk, dat hangars en ge bouwen zoo ver mogelijk uit elkaar liggen, onregelmatig langs het terrein verspreid zijn en gecamoufleerd worden en de vlieg tuigen zoo mogelijk langs den rand gedekt kunnen worden op gesteld. Na een bomaanval kan het vliegterrein onbruikbaar zijn ge worden en is het noodzakelijk om in de buurt over noodlan dingsterreinen te beschikken, terwijl ook de aanleg van schijn- landingsterreinen van belang is. Aanvallen laag langs den grond. Hieronder worden verstaan -aanvallen op zee- of landmacht- objecten door laag vliegende luchtstrijdkrachten, in het algemeen jachtvliegtuigen of lichte bommenwerpers, met mitrailleurs en bommen. Zoowel het moreel als het materieel effect kan zeer groot zijn en zulk een aanval zal bijzonder effectief zijn tegen troepen in gesloten formatie in het open veld en tegen personeel op de brug of aan het dek van schepen. Zij kunnen ook worden inge zet tegen kwetsbare objecten/ als treinen, transporten, tegen vliegvelden en basissen van de vijandelijke luchtmacht. Deze aanvallen zijn zeer doeltreffend, wanneer zij uitgevoerd worden in samenwerking met laag aanvallende bommenwerpers, welke op hetzelfde object aanvallen of ageeren tegen het lucht afweergeschut van diezelfde z5ne. De eenzitsjager is in staat verrassend en zeer snel op te treden, biedt een klein doel en is in het algemeen zeer geschikt voor het uitvoeren van dergelijke aanvallen. Alleen, indien het doel van bijzonder groot belang is, mogen twee-zitsvliegtuigen, welke in het algemeen een meer gespecia liseerde taak (bommenwerpen, verkennen) hebben, hiervoor worden ingezet. Het uitvoeren van dit soort aanvallen is door de groote kans op verliezen zeer riskant voor de luchtstrijdkrachten en uitputtend voor de piloten, zoodat met het inzetten uitermate zuinigheid moet worden betracht. Verrassing is een eerste vereischte. Indien de aanval niet ver rassend plaats heeft, zal de vijand den tijd hebben, zijn vuurmonden en mitrailleurs in stelling te brengen, zich te verspreiden en te dekken. Aanvallen op een ingegraven vijand of op een doel, dat bevuurd kan worden met artillerievuur met directe waarneming, zullen zelden gerechtvaardigd zijn, daar de resultaten in het algemeen niet in verhouding staan tot de groote kans op verliezen. 861

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 43