een eerste vereischte in nauwe samenwerking met het troe
pencommando.
4e. aanvallen op troepen in loopgraven, welke geheel of gedeeltelijk
zijn verwoest, door een voorafgaand bombardement. Indien
de loopgraven echter nog intact zijn, is het slechts krachtsver
spilling erop aan te vallen daar de troepen goed beschut
en beschermd zijn, terwijl de aankomende vliegtuigen een
goed mikpunt vormen voor geconcentreerd vuur uit gedekte
opstellingen.
Indien wordt beoogd de aanvallen zoo verrassend mogelijk te
doen plaats hebben moeten ze geconcentreerd worden uitgevoerd
door luchtstrijdkrachten in formatie, onder leiding van één com
mandant. De formatie mag niet al te gesloten zijn, teneinde eiken
piloot gelegenheid te geven, voor zich zelf het meest geschikte
doel aan te vallen. De Commandant bepaalt de richting van den
aanval en geeft het sein van afbreken. Door het concentreeren
van den aanval zal een vijand in verwarring worden gebracht,
hij moet zijn vuur verdeelen. Indien de formatie wordt aange
vallen door vijandelijke luchtstrijdkrachten, moet onmiddellijk de
gesloten formatie worden hernomen.
Hoewel een enkel toestel gemakkelijker een verrassing zal
kunnen bereiken dan een formatie, is een individueel toestel
zeer kwetsbaar voor het geconcentreerde vuur van den verde
diger, terwijl bovendien de eigen vuuruitwerking gering is.
Door het uitvoeren van den aanval op zoo gering mogelijke
hoogte, zal des te eerder verrassing kunnen worden verkregen.
Aanvallen op geringe hoogte hebben de volgende tactische
nadeelen.
Ie. Is de aandacht van den piloot geconcentreerd op het aan
te vallen doel en kan hij niet tegelijkertijd opletten op gevaar
van boven.
2e. Indien een laagvliegende formatie door luchtstrijdkrachten
wordt aangevallen, mist zij het tactisch voordeel van de
hoogte.
Het zal daarom aanbeveling verdienen, zulk een formatie te
doen begeleiden door een patrouille op grootere hoogte. De
noodzakelijkheid hiervoor zal afhankelijk zijn van de volgende
omstandigheden
le. de mate van verkregen overmacht in de lucht boven het
gedeelte van het gevechtsveld, waar de aanval zal worden
uitgevoerd
2e. de afstand van de eigen linie tot aan het aan te vallen
object
3e. de soort van luchtstrijdkrachten, welke voor den aanval
worden ingezet;
4e. de weersomstandigheden.
863