ik nog vermelden dat onder de 8 gevallen van typhus over 1929
te Bandoeng er slechts 1 bij een militair voorkwam. De overige
7 gevallen kwamen voor bij officiers- en Europeesche onderoffi
ciersdames of hunne kinderen. Ook van deze zieken was er geen
een gevaccineerd.
Welke conclusies mag men nu uit het bovenstaande trekken
I. De infectiekans voor typhus is, ook al neemt men behoorlijk
de hygiënische voorschriften in acht (iets wat men toch ten hui
ze van Europeesche officiers- en onderofficiersfamilies mag ver
onderstellen) niet gering.
(Bij de hierboven beschreven kleine epidemie waren o.a. 4
contactinfecties ten huize van officieren.)
II. De kans om typhus te krijgen is voor niet-gevaccineerden veel
grooter dan voor gevaccineerden. Immers zal het wel geen toeval
zijn, dat van alle personen die geïnfecteerd hadden kunnen wor
den, er bij de eerst beschreven kleine epidemie juist 4 en bij de
te Bandoeng beschreven gevallen, juist 7 niet-gevaccineerden
typhus kregen.
Overal in Indië komen typhusbacillendragers voor, en het zijn
vooral deze lieden die, omdat ze zich niet ziek voelen, en zich
dus niet ziek melden, terwijl door hunne naaste omgeving geen
bijzondere voorzorgsmaatregelen tegen hen worden genomen,
zoo'n groote rol spelen bij het verspreiden der typhus. Elke ge
nezen typhuspatiënt kan op zijn beurt voor zijn omgeving ge
vaarlijk worden. Echter, ook al zou men weten dat iemand een
typhusbacillendrager is, dan is het nog zeer de vraag of men,
door nauwgezette hygiënische maatregelen, (en hoe moeilijk is
dit niet bij onze Inlandsche bedienden), er in zou slagen met
absolute zekerheid elke infectie te voorkomen.
Hier moet men wel naar andere hulpmiddelen grijpen Geluk
kig dat ons die in de vaccinatie tegen typhus ten dienste staan.
Hoewel uitgebreide en betrouwbare statistieken bewezen hebben,
dat de typhus-vaccinatie een zeer behoorlijke beschutting tegen
de typhusinfectie geeft en dit dan ook in de medische wereld
niet meer in twijfel wordt getrokken, is het opmerkelijk dat er
toch nog altijd menschen zijn die weigeren zich te laten inenten,
terwijl men toch moet aannemen dat ze weten, dat ze door aldus
te handelen niet alleen zichzelf maar ook anderen onherstelbaar
kwaad kunnen berokkenen.
Voor diegenen, die weigeren zich te laten vaccineeren omdat
„ze er niet aan geloovengeef ik de volgende curve van het
verloop der typhus in het Nederlandsch-Indische leger van
1908— 1930.
883