meer speciale voorbereiding vereischt en tevens het gewicht
daarvan toeneemt.
De typen voorbereide bruggen nu, die bij de Indische pioniers
zijn of zullen worden ingevoerd, zijn
le groep snelvlotbrug
2e groep drijfzakkenbrug
3e groep petroleumblikkenbrug
4e groep drumvlotbrug
5e groep pontonbrug (pontonvlotten).
De snelvlotbrug is reeds uitvoerig besproken in het
I. M. T. September 1927, waarnaar moge worden verwezen. Deze
brug, welke bestaat uit stukken bamboe van 1.20 M. lengte welke
zoo dicht mogelijk tegen elkaar zijn samengevlochten met behulp
van staaldraadkabeltjes totdat een soort looper van bamboe wordt
verkregen, wordt in haar geheel in de vereischte lengte op de
plaats van voorbereiding gemaakt en daarna in haar geheel naar
de plaats van de brug gedragen en over de rivier getrokken.
Moet de brug langer dan 30 a 35 M. worden, dan wordt zij in
stukken van ten hoogste deze lengte gemaakt, die bij het leggen
op eenvoudige wijze aan elkaar worden gekoppeld. Het passeeren
geschiedt in de looppas in een colonne met eenen met onder
linge afstanden van 2 a 3 M. tusschen de manschappen. De brug-
slag zelf duurt slechts eenige minuten.
De drijfzakkenbrug is, in afwijking van hoogergenoemd
principe, vrijwel uit geheel voorbereid materiaal vervaardigd en
bestaat uit waterdichte zakken, welke ter plaatse van voorberei
ding met alang2, droog gras, stroo, bamboebladeren of dergelijke
worden gevuld, en uit een uit hout vervaardigde in stukken
verdeelde dekconstructie.
Nadat op de plaats van voorbereiding de zakken zijn gevuld,
worden brugstukken bestaarde uit 3 drijfzakken met bijbehoorende
dekstukken samengesteld. Bij den brugslag worden deze brug
stukken aangedragen en te water gelaten, waarbij telkens het
volgende brugdeel aan het voorgaande wordt gekoppeld, zoodat
het vooreinde van de brug steeds meer de overzijde nadert. Elke
drijfzak wordt door een kabeltje aan een over de rivier gespannen
afhangkabei vastgemaakt, zoodat de brug niet kan afdrijven.
Thans zijn enkele andere constructies bij het B. G. T. in be
proeving, welke ten doel hebben voor overgang van de 2e groep
een brugtype uit minder vredesvoorbereid materiaal samengesteld,
te vinden, in overeenstemming dus met het hiervoor reeds
genoemde principe.
De voor overgang van de 3e groep bestemde petroleum
blikkenbrug (zie I. M. T. November 1928) bestaat uit vlotten
van 69 dichtgesoldeerde petroleumblikken, welke op bijzondere
wijze door een bamboeconstructie tot één geheel zijn vereenigd
en uit van bamboe vervaardigde dekstukken, welke onderdeelen
895