910
Von Ludendorff die van den aanvang af besloten had om zijn nieuwe
bevelsbevoegdheid te handhaven tegenover dezen competenten, maar naar
algemeen bekend was onbuigzamen ondergeschikte, bleef beleefd maar
beslist. Von Hindenburgdie dit verbitterde onderhoud leidde, bewaarde zijn
verheven rust. De spanning werd ten slotte zoo ernstig, dat hij het noodig
oordeelde zelf naar von Frangois toe te gaan, en hem het bevel met het
gewicht van zijn gansche persoonlijkheid op te dringen. Onder dezen druk
besloot von Frangois tot een soort lijdelijk verzet. Hij gehoorzaamde, maar
op een manier die geen twijiel overliet, dat hij zijn eigen zin zou volgen.
De slag ontbrandt.
Niemand kan hem verwijten, dat hij op den 26en niet heeft aangevallen;
maar in feite vertraagde hij zijne beweging zoo, en hield hij zijn troepen op
zoodanige wijze terug, dat nauwelijks eenige terreinwinst werd gemaakt. Om
de naakte waarheid te zeggen hij speelde den Oeneralen Staf van den vroegen
morgen tot den laten avond maar wat voor. Dat dit een bewuste, een wel
overwogen tegenwerking was van de plannen van den Staf, en niet alleen een
ongepast verzet, bewijst wel het feit, dat de slimme von Frangois in den nacht
van den 25en bij het XXe Korps liet navragen, of het werkelijk zoo zeer in
het nauw was gebracht, dat hij om te helpen een aanval zonder artillerievoor
bereiding zou moeten ondernemen, voordat hij nog geheel was opgemarcheerd.
Het XXe Korps verzekerde hem, dat bij hen alles in orde was, en dat het
voor hen niet noodig was om zijn voorbereidingen te overhaasten.
Von Ludendorff bracht den morgen van den 26en door in groote onrust
en volledige onzekerheid over wat von Frangois zou doen. Nog voor het
avond was bemerkte hij, dat hij bij den neus genomen werdmaar toen
waren er al weer andere dingen gebeurd. Het 11e Korps van de Oostgroep
was op het Russische 6e Korps gestooten, dat Samsonow's flank en rug moest
beschermen. Het was slechts een voorpostengevecht, en de Russen dachten
niet aan ernstig gevaar. Zij geloofden, dat gedeelten van het terugtrekkende
Duitsche Leger evenwijdig met hen maar op behoorlijken afstand mar
cheerden, en dat nog meer terugtrekkende eenheden hun zouden volgen in
de richting van Rastenberghet bevel van Samsonow had hun dit beeld
voorgespiegeld. En toch ontving het Russische 6e Korps in den vroegen
morgen van den 26en het verrassende bericht, dat er een vijandelijke brigade
stond bij Lanternen later, dat die Seeberg bezet had. Vol strijdlust stortten
zij zich met eene divisie op den vijand en renden op die manier als dollen
recht tegen de geheele Oostgroep op (lie Korps en 6e Landweerbrigade),
welke met vastbesloten spoed uit het Noorden op hen afmarcheerde.
De slag ontbrandde onmiddellijk, en de aanvallende Russen waren in een
hopelooze minderheid. Tot den avond verdedigden zij zich dapper een tweede
te hulp snellende divisie ging eveneens haar verderf tegemoet. Daarop gaf
de Russische Korpscommandant het op en gedurende den nacht en den daarop-
volgenden dag vloeide het geheele Korps Zuidwaarts terug en kwamen de
divisiën eerst tot staan nadat zij OLschienen en Wallen bereikten, op 34 resp.
40 kilometers achter het slagveld.
Samsonow's vleugelkorps verslagen.
De eerste van de slagen, welke Samsonow vernietigden, was gevallen. De
steun van zijn rechtervleugel was gebroken; en daarbij komt nog, dat dit
belangrijke bericht door den betrokken Oeneraal slechts op hoogst onduidelijke
wijze en dan nog met vele uren vertraging werd ter kennis gebracht.
Gedurende dezen 26en Augustus, zoo vol van gebeurtenissen, kwam von
Frangois artillerie aan en voelde hij zich nu gereed om met het aanbreken
van den dag van den 27en aan te vallen.
Von Hindenburg en Von Ludendorff hadden zich begeven naar een heu
vel aan den rand van het Gilgenbnrg-mter, waar tusschen denneboomen een
hooge waarnemingspost was ingericht, welke een ruim uitzicht bood.
Zij waren ten zeerste verheugd, toen om 6 uur het bericht kwam, dat de
stellingen bij Usdaa reeds bestormd waren. Evenwel bleek dit later onjuist
te zijn; de strijdende troepen hadden het dorp Meischlitz op l'/2 kilometer