afwacht om na de attaque van de D. C. I.'s opnieuw aan te vallen. Zoodra de afdeeling Semarang dan ook verdwijnt, lan- ceeren de H. L.'s een tweeden aanval, ditmaal op de noodbrug, waarna met de overgebleven scherfbommen en met mitrailleur- vuur wordt aangevallen op een batterij bergartillerie langs den kunstweg. Dit laatste gedeelte van de uitvoering lijkt den C. L. geheel in den aard van de opdracht te liggen en daar zijn positie en de vlieghoogte hem hiertoe onmiddellijk in staat stellen, meent hij gebruik te moeten maken van de zich aanbiedende gelegenheid. Overigens is het onder beide aanvallen, hoe kort zij ook geduurd mogen hebben (het overvliegen der vallei in de dwarsrichting vereischt in totaal niet meer dan 10 sec.) duidelijk geworden, dat vooral aan den Noordelijken oever een groote hoeveelheid personeel en materieel is verzameld en hij besluit ook hierop nog een laatsten aanval te verrichten met de voor mitrailleurs en de mogelijk nog voorradige bommenzouden alle bommen zijn afgeworpen dan heeft de waarnemer altijd nog de gelegenheid om met de beweegbare mitrailleurs zijwaarts of achterwaarts uit, vuur te brengen. Deze attaque, welke nu geheel het kenmerk draagt van den echten slagaanval, wordt ingeleid door aan gene zijde van de Noordelijke heuvelreeks (G. Dawoeng) de Toentang 3 K.M. stroomafwaarts te naderen, waarna op geringe hoogte de vallei in de richting van de bruggen wordt gevolgd. Als de derde actie heeft plaats gehad, is het 6 40 geworden, de geheele aanval heeft 13 minuten geduurd. Even over 7.00 landen beide afdeelingen te Semarang. Wij kunnen de behandeling van dit eene, zeer speciale geval, niet anders beëindigen dan met de verwachting uit te spreken dat het bovenstaande, hoe beknopt de beschrijving niettegen staande den omvang welke het artikel toch reeds heeft gekregen, ook mag zijn gehouden, in ieder geval dit verduidelijkt heeft: dat er voor de luchtstrijdkrachten even zoo goed als voor de grond troepen, geen normale werkwijze bestaat, dat ieder „geval" om een eigen oplossing vraagt en dat wij uit de buitenlandsche literatuur slechts benaderende aanwijzingen kunnen halen omtrent de tactiek van ónzen vliegdienst. Het onderscheid tusschen slag- en bomaanval is in de ver schillende soort der objecten gelegen. In beginsel is het bom bardement gericht tegen groote, materieele doelen, de slagaanval tegen kleine, verspreide veelal dus tegen levende doelen. Ter-, wijl hieruit volgt dat de bomaanval, als de opdracht of de overige omstandigheden dit vereischen, desnoods van een zeer groote hoogte af kan plaats hebben, zal het duidelijk zijn dat de slagaanval steeds heel laag moet plaats hebben. Immers, het bestrijden van 939 II. DE SLAGAANVAL.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 13