het gedeelte dat de waarde der verkenning met behulp van vlieg
tuigen betreft, over te nemen
„In den loopgraven-oorlog sloeg men de luchtverkenning en
dan speciaal de tactische, zeer hoog aan. Hetgeen niet te ver
wonderen isde loopgraaflijnen in het vrij vlakke en open land
van Noord-Frankrijk waren natuurlijk uiterst zichtbaar, evenals
alle werkzaamheden, waarbij verplaatsing van grond plaats vond
hoe goed men langzamerhand deze werken ook trachtte te camou-
fleeren. Hierbij moet vooral ook niet worden vergeten welk
een uiterst gewichtige taak de luchtfotografie kan verrichten
zoodra er tijd en gelegenheid is om te fotografeeren en de
resultaten vakkundig te bestudeeren, stijgt hef rendement van
den verkenningsdienst meerdere malen. Die tijd en gelegenheid
waren er in den stellingoorlog in overvloed, geen batterij kon
zoo goed gecamoufleerd zijn of de vergelijkende studie van
luchtfoto's bracht de opstelling, zij het ook soms na weken-
langen arbeid, aan het licht. Dat de strategische verkenning
minder op den voorgrond werd geschoven was niet alleen het gevolg
van het tactische karakter van den oorlog: de verkenning over
lange afstanden boven het vijandelijke grondgebied was boven
dien buitengewoon risquant door het geperfectionneerde afweer
systeem (in de lucht en op den grond) dat achter het front was
opgericht.
Maken wij ons thans los van de ervaringen uit een oorlog,
zooals wij er nimmer een zullen hebben te voeren, dan zien
wij, dat in onze omstandigheden de waarde van de tactische
verkenning geringer is, terwijl daarentegen juist van de strate
gische verkenning veel kan worden verwacht.
Een jarenlange ondervinding heeft reeds experimenteel aange
toond, dat de détailwaarneming op ontplooide troepenafdeelingen
ver beneden de verwachting bleef. Men had, zoo meenen wij
wel te kunnen aannemen, gehoopt dat de vliegtuigen, die een
voudig heen kunnen wippen over het door de moderne vuurwa
penen zoo krachtige voorste vijandelijke scherm, waarop onze
infanterie- en cavaleriepatrouilles afstuiten, vrijwel alles zouden
kunnen zien en melden van den vijand waarboven zij vlogen.
Dit is gebleken in het algemeen onjuist te zijn en het valt niet
moeilijk een verklaring hiervoor te vinden.
Het vliegtuig ziet in de eerste plaats de doelen waar het zich
ter waarneming boven bevindt, vrijwel allen in horizontale pro
jectie. Het voor waarneming uit de lucht zichtbare oppervlak
van een ongedekten staanden man wordt daardoor ongeveer
1000 c.M.2. terwijl de waarnemer op den grond niet minder dan
ongeveer 7500 c.M2., ziet. Bovendien valt het door dit kleine
waarnemingsoppervlak zooveel te gemakkelijker voor de grond
troepen om dekking te zoeken: het is onmogelijk om van een
hoogte tusschen 600 en 1000 M. verspreide troepen te consta-
teeren in een bosch of kampoeng.
943