Verder betreffen de beperkingen, welke den waarnemings- dienst in het algemeen aankleven, in het bijzonder de tactische waarneming. Wij kunnen deze beperkingen in het kort aldus samenvatten het vliegtuig kan niet, ter rustige observatie, stilstaan het moet boven het waar te nemen object draaien in een cirkel welke des te kleiner wordt naarmate men lager komt, het kan zich niet dekken of een verkenning doorvoeren door middel van schokactie, het is niet in staat om te identificeeren of pertinente negatieve berichten te leveren. Luchtfotografie kan in den bewegingsoorlog voor tactische doeleinden slechts zelden worden gebruiktmeestal is de be- noodigde tijd voor opname, uitwerken en bestudeering niet be schikbaar, terwijl de toestand ook voortdurend verandert voor het vervaardigen van vergelijkende opnamen ontbreekt de gele genheid veelal geheel (d. w. z. volgens de practijk der manoeu vres of het in de werkelijkheid ook steeds zoo snel zal ver- loopen, bijvoorbeeld bij een detachement dat bestemd is om den eersten stoot van gelande troepen op te vangen, is wel de vraag!). De strategische verkenning daarentegen, die in onze omstandig heden van zeer veel belang moet worden geacht, wordt niet getroffen door bedoelde beperkingen, heeft allen tijd voor de luchtfotografie en kent niet de gevaren, die den „langenafstands- verkenner" gedurende den stellingoorlog bedreigden. Toch mag niet uit het oog worden verloren, dat het boven staande hoofdzakelijk is gebaseerd op manoeuvre-ervaringen zoodra de tactische verkenning minder gedétailleerde waarnemin gen van ontplooide troepen behoeft te betreffen, worden de resul taten veel gunstiger. Treincolonnes en reserves op de wegen zijn duidelijk zichtbaar van de middelbare hoogten af, terwijl graaf werk al buitengewoon goed gecamoufleerd moet zijn om niet on middellijk op te vallen'. En dan de kwestie van het te lage vliegen bij verkenningen, welke den laatsten tijd nog al eens aan de orde is. Men ver- gete niet, dat de vlieghoogte zeer moeilijk te beoordeelen is voor troepen op den grond en dat reeds een hoogte van 800 M. aan het vliegtuig een redelijke mate van veiligheid verschaft, tenzij de vijand ter plaatse over een voldoend aantal speciale lucht doel-mitrailleurs beschikt. Het vuren met de gewone infanterie- wapenen zal naar wij meenen eerst uitwerking gaan opleve ren, als de mogelijkheid bestaat om een werkelijk massaal vuur gedurende langeren tijd af te geven op vliegtuigen welke zich beneden de 300 a 400 M. bevinden. De vredestoestand maakt echter, dat het minder juist zou zijn om aan bestuurder en waarnemer de beoordeeling van dit gedeelte van den tactischen toestand over te lateneen artikel uit de „Nota betreffende de in 1929 gehouden oefeningen" is dan ook imperatief waar het 944

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 18