Vooral in den drogen tijd is er geen enkel bezwaar om ook in de nabijheid van kampoengs bivak te betrekken in plaats van in te kwartierenmet name in streken, waar het voorkomen van pest niet uitgesloten is, verdient dit uit hygiënisch oogpunt zelfs aanbeveling. Daar de gebruikte materialen voor het bivak door den troep niet meegenomen worden, kan de vergoeding daarvoor een fractie van den koopprijs zijn, waardoor ook het bivakkeeren op bevol- kingsgrond belangrijk goedkooper wordt dan kantonneeren. Het is dan wel goed te voren die vergoeding in overleg met het be trokken districtshoofd vast te stellen. Voor het werkelijk oefenen of bivakkeeren in het bosch is echter méér noodig. Niet alleen, dat de leider ongeveer de bivak plaatsen moet weten (zie toelichtingen op de onderstelling), de patrouilles moeten ook de noodige aanwijzingen hebben, wat zij in de boschreserve want dat is immers vrijwel het eenige daarvoor beschikbare terrein mogen doen en laten. Duscon tact opnemen met „Boschwezen'', overigens op zichzelf al een eisch van burgerlijke en ambtelijke beleefdheid. De kapitein der infanterie J. Vogler wien v. z. v. ons bekend de eer toekomt voor het eerst een dergelijke oefening geheel in boschterrein z. v m. overeenkomstig de werkelijkheid te hebben ontworpen verklaart hiervan o. m. „Verder dient vermeld, dat de opperhoutvester te Bandoeng „mij zeer terwille is geweest. Hout ter dikte van een middel matige bamboe mocht worden gekapt, ook in de boschreserve, „waartoe met de verzetslieden mandoers van het Boschwezen „meegingen om aan te geven, wat wel en wat niet mocht worden „gekapt. Ook werd door mij al het kader op het hart gedrukt „van de gegeven gunst geen misbruik te maken, en slechts het „hoog noodige te kappen, juist alsof het bosch hun eigendom „was. den opperhoutvester (komt) een woord van dank voor „zijn bereidwilligheid toe. Hierdoor konden de oefeningen bijna „geheel volgens de werkelijkheid worden gehouden. de jonge manschappen en het kader, dat nog nooit „buiten was, hebben veel geleerd, vooral ook daardoor, omdat „er zoo goed als geen bijzondere vredestoestanden bij de oefe ningen behoefden te worden in aanmerking genomen". Van den houtvester worden inlichtingen verkregen waar de boschgrens is (indien niet, of niet meer juist op de kaart aange geven), plaatsen waar niet gekapt mag worden (als regel aange plante bosschendeze plantsoenen zijn kenbaar aan de plaatsing der boomen in regelmatige rijen), eventueele andere voorwaarden (b. v. omtrent de dikte van het hout, dat gekapt mag worden). Als regel zijn wel enkele plaatsen uitermate geschikt of ge- wenscht voor bivak aan te wijzen; vooral bij het lagere perso- 949

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 23