LANG en NARENGTONG (resp. A en B4). Overigens als 3 Juni. Patrouillect. ontvangt berichten omtrent het naar hetN. uit wijken van de bende van Teungkoe Ali, op welke berichten gehandeld wordt. Afslaan van een nachtelijke overvallingnut van de getroffen veiligheidsmaatregelen. Oplichten van foura- geurs, waarvan enkele worden gevangen. Bivaks als boven aangegeven. 5 JuniTegenpartij: beschieting en hinderlaag voor elke patr. Overigens als 3 Juni. Beide deelen van de patr. geleide gevangenen naar Pr. PETENG (C3), resp. over kg. RANTJASELANG (B3) en kg. BABAKAN 1 (C4). 6 Juni: Tegenpartij bezet benteng G. P1PISAN (A2). Patr. ontvangt bericht over deze benteng en valt daar op aan. Daarna terug naar Pr. PETENG. 7 Juni: Per spoor naar TJIMAHItrein langs den weg. T oelichtingen. Allerlei regelingen van huishoudelijken aard, alsmede de rede nen waarom juist de k.m. brigades thuisgelaten werden gaan wij stilzwijgend voorbij. Het werken op één onderstelling voor opvolgende dagen kan natuurlijk aanleiding geven tot onlogisch ingrijpen in den gang van zaken, en daardoor de vredes-oneigenlijkheden vermeerderen. Het niet telkens vernieuwen van den uitgangstoestand heeft echter het voordeel, dat de troep zich gedurende de oefeningsdagen als het ware doorloopend „op patrouille" voelt. Het gebruik van draagpaaiden is een zuinigheidsmaatregel. Afhankelijk van den toestand van het terrein en de bedoelingen van den leider kunnen de paarden bij de patrouille worden ingedeeld, hetgeen den commandant dwingt steeds zijn trein in de te nemen maatregelen te betrekken (wat bij het gebruik van koelie's overigens op „natuurlijker" wijze bereikt wordt), of wel de paarden vervoeren de bagage van de eene bivakplaats naar de andere, waardoor de commandant van de zorg voorden trein ontheven wordt, een zorg welke echter juist een der markante verschillen met de oefeningen in het garnizoen uitmaakt. Bij den opzet van de oefening dient dit dus ook overwogen te zijn. Teneinde een „vrijmoediger" gebruik van het blanke wapen te verkrijgen, was het gewoonte bij de compagnie bij dit soort 952 TJIMAHI, 29-5-'30. De leider, Gezien: Y. De C. ct.,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 26