dan ook vaak dat bij de verschillende partijen enkele, soms
ook meerdere vliegtuigen gedurende den geheelen gevechtsdag
bij toerbeurt in de lucht worden gehouden voor het verrichten
der uiteenloopende taken van den waarnemingsdienst iets dat
in werkelijkheid toch wel niet anders dan onder dekking van al
onze jagers en dus slechts gedurende de beperkte periode van
actie dezer jagers zal kunnen geschieden, tenzijmen zich
voorstelt dat de L. A. in staat zal zijn om in oorlogstijd den
vijand het inrichten van vliegvelden en daarmede ook het ge
bruik van den jachtvliegdienst te beletten.
Hoe dit alles echter ook zij, zelfs al mag het optreden der
luchtstrijdkrachten dan ook niet steeds de passende tactische
omlijsting bezitten, toch zijn vele van de ervaringen die de L. A.
opdeed, waard om te worden genoteerd en wij zullen in het
onderstaande enkele dezer gegevens welke van meer algemeen
belang zijn, in beschouwing nemen.
Zooals hierboven reeds werd aangestipt, spelen zelfs de oefe
ningen in divisieverband zich vrijwel zonder uitzondering af onder
tactische verhoudingen, welke naar men begrijpt zeer ongunstig
zijn voor het verrichten van een bomaanval op „loonende doelen".
Het heeft weinig zin om de vliegtuigen een imaginaire vijande
lijke basis te laten bombardeeren of hen op te laten treden tegen
een niet aanwezige transportvloot, dan wel te doen ageeren
tegen een stationsemplacement, terwijl er toch geen spoorweg
vervoer onder oorlogsomstandigheden plaats heeft. Wel is er bij
de troepenoefeningen en de tactische oefeningen der lie Divisie
eenige malen sprake geweest van het vernielen van kunstwerken
met behulp van vliegtuigen en de uitwerking van een dergelijke
taak, welke geheel binnen den opzet der oefening kan worden
gehouden is ongetwijfeld zeer interessant, al zal dan ook uit het
onderstaande blijken, dat de uitvoering geenszins zoo eenvoudig
is als men zich wel voorstelt en dat de objecten (i. c. bruggen,
maar het zelfde geldt in meerdere of minder mate ook voor via
ducten, dammen of sluiswerken, spoor-of kunstwegen) zeker geen
bijzondere „loonende" doelen opleveren.
In tegenstelling met de uit den oorlogstijd afkomstige opinie,
dat de bomaanval overdag slechts op zeer groote hoogten uitvoer
baar zou zijn, heeft men in de allerlaatste jaren de overtuiging
gekregen dat de aanval naar gelang van de omstandigheden van
vrijwel iedere hoogte af (d. w. z. van vlak nabij den grond tot
aan het „plafond") kan geschieden. Deze „ontdekking" want de
nieuwe ideeën die zich, hoe logisch zij veelal ook mogen zijn,
slechts met moeite een plaats kunnen veroveren in de gebruiks
wijze die de wereldoorlog voor luchtstrijdkrachten schiep, nemen
vaak den vorm van een ontdekking aan is van het allergrootste
928
I. HET BOMBARDEMENT VAN BRUGGEN.