maatregelen daartegen waren zeer goed; het geheel had boven
dien tot gevolg, dat de waakzaamheid gedurende het verdere
verloop van de oefening geen oogenblik verslapte. Niet onver
makelijk was de verhoogde waakzaamheid van de brigade, welke
de overvalling uitvoerde, wanneer zij een der volgende dagen
de wacht voor het bivak der verzetslieden leverde; blijkbaar
verwachtten de manschappen ook op hun beurt te zullen worden
overvallen en zagen zij vooral in de aanwezigheid van den leider
in hun bivak in dat opzicht een veeg teeken. Dit laatste vormt
mede een aanwijzing om bij een volgende oefening met deze
zelfde troep eens een overvalling te doen plaats hebben van een
bivak, waar de leider niet overnacht; eenige regelmaat mag daar
bij zeker niet bestaan.
Teneinde zeker te zijn, dat de patr. ct. slechts op het eene
ontvangen bericht zou werken, werd aangegeven, dat bij de
overvalling alle aanvallers waren neergelegd en dat ook op de
lijken geen verdere aanwijzingen werden gevonden; de patrouille
krijgt dus geen nieuwe berichten en kan evenmin sporen volgen.
Leiders volgt dan de oefening bij de patrouilles, het laatst
bij die naar TJIDOELANG, na zich eerst op de hoogte gesteld
te hebben, dat de voornemens van den commandant der andere
patrouille stroken met het gedachte verloop van de oefening op
den volgenden dag. Inderdaad besluiten de patr. cn. na het
verliezen der sporen om eerst de voor den patr. gang hinderlijke
gevangenen kwijt te raken en dus den volgenden dag terug te
keeren naar de vlakte.
Terug in het bivak der verzetslieden wordt dan rapport inge
nomen omtrent de gehouden verkenningen en definitief aange
geven hoe de uitvoering op den volgenden dag zal zijn. De
arbeid aan de benteng is op den terugweg al in oogenschouw
genomen.
De bevelen voor 5 Juni kunnen kort zijn: „2e en 8e br. voeren
„de aangegeven beschietingen en hinderlagen uit; opstelligen
„ingenomen 8 v.m. Ie br. bentengbouw.
„Treinpaard DJELEGONG2 dagen rijst naar verzetslieden, 1
„dag rijst naar de patrouille bij Pr. PETENG. Na aankomst van
„de patrouille aldaar blijft de helft van den trein bij DJELEGONG,
„de andere helft (w.o. óók 1 kar) bij het patr. bivak. Rust tot
„7 Juni."
Hier is weer bij het aangeven van het uur, waarop de opstel
lingen moeten zijn ingenomen een ruime speling gelatenin
geen geval mag immers de betrokken patrouille daarvan iets be
merken.
De verdeeling van den trein houdt verband met den afmarsch
op 7 Juni.
5 Juni heeft leider ruimschoots gelegenheid om het werk aan
de benteng te bekijken en de opstellingen van de verzetslieden
958