3. VOOR HET LAATST TANNENBERG
door
M. H. DU CROO,
Kapitein van den Generalen Staf.
(Zie I. M. T. '29 No. 8 en 12 '30 No. 5 en 6).
In het I. M. T. no. 9 bl. 904 e.v. werden eenige door den luitenant
kolonel SLOTHOUBER uit de Weensche Neue Freie Presse ver
taalde artikelen van Winston Churchill opgenomen.
Deze artikelen werden door den bewerker nader aangeduid als
te zijn geschreven door iemand, „die in de oorlogsjaren ongetwijfeld
van veel op de hoogte kan zijn, van wat ons gewonen stervelingen
onbekend moet blijven, en die bovendien kan beschikken over de
inlichtingen van den Britschen attaché, den generaal Knox, die
bij Samsonow's legerstaf was ingedeeld".
Met andere woorden deze artikelen konden dus aanvaard
worden als een nieuwe bron ten aanzien van een oorlogsgebeuren
uit den bewegingsstrijd, dat tot de belangrijkste en meest omstre-
dene behoort.
Juist daarom komt het schrijver dezes gewenscht voor in dit
tijdschrift de verklaring neer te schrijven, dat zij als zoodanig een
teleurstelling brengen en in waarde niet hooger gesteld mogen
worden dan een middelmatig, betrekkelijk haastig neergeschreven,
vluchtig bewerkt dagbladartikel, dat zich in hoofdzaak bepaalde
tot compilatie.
De gewezen First Lord of the Admirality heeft zich in zijn werk
The World Crisis" inderdaad een publicist van beteekenis ge
toond.
Doch in deze artikelen brengt hij niets nieuws, niets, dat in
behoorlijk gedocumenteerde werken door anderen niet reeds ver
meld, beschreven en kritisch verklaard of ontleed werd.
In hoofdzaak maakte de heer Winston Churchill klaarblijkelijk
gebruik van
Hoffmann, Tannenberg, wie es wirklich war Danilov, La Russie
dans la guerre mondiale Groener, Das Testament des Grafen
Schlieffen Kabisch, Streitfragen des Weltkrieges (vermoedelijk)
Major General Sir Alfred Knox „With the Russian Army 1914
1917" (uitgave Hutchinson).
961