■belang voor de tactiek van het luchtwapen. Immers, het is juist
de bepaling van de hoogte, waarop bij het uitvoeren van een
opdracht kan worden gevlogen, welke een van de meest essen-
tiëele elementen vormt van die tactiek in algemeenen zin.
Binnen de beperkingen, gesteld door de eigenschappen van
het vliegtuig en den vervoerden militairen last, is de vlieghoogte
ook bij den bomaanval—afhankelijk van drie factoren:
de opdracht,
den vijandelijken afweer,
de atmosferische omstandigheden (in een enkel geval ook:
de terreinsomstandigheden).
Na deze inleidende beschouwing zullen wij als voorbeeld na
gaan, welke wijze van uitvoering de commandant van een aantal
bij de oefeningen der 11e Divisie op 17 en 18 Augustus van dit
jaar ingedeelde vliegtuigen, dacht te moeten geven aan een twee
tal bombardements-opdrachten. Wij meenen hierbij het beste te
doen door het probleem op dezelfde wijze in beschouwing te
nemen, als het zich voordeed aan den C. L. (in den vervolge
te gebruiken als afkorting voor „commandant der luchtstrijd
krachten", welke aan een bepaald legeronderdeel zijn toegevoegd).
De manoeuvre-omstandigheden noodzaakten allereerst tot
'eenige aannamen. De C. L., zelf met 3 de Havillands (H. L.) te
Magelang geplaatst, kreeg voor den bomaanval tevens de afdee-
ling van 3 Fokkers (D. C. I.) te Semarang onder zijn bevel,
waardoor een verzameling van ongelijksoortige elementen werd
verkregen waarmede men in oorlogstijd wel nimmer zal trachten
<een dergelijke taak uit tevoeren. De H.L.'s werden dan ook aan-
929
AHBA.KA'