den vijand tot den strijd, zijn postenketen langs den weg van Neidenburg naar Willenberg, en snapte op die manier de Russi sche hoofdmacht" (I. M. T. bl. 914, op één na laatste lid). Inderdaad het groote gevaar bestond. Wantop 30 Augustus te 10 v. m. komt te Neiden burg bericht binnen, dat 4 Russische divisies oprukken op den weg Mlava-Neidenburg, met het hoofd der colonnes reeds ten Z. van Neidenburg. Deze tijding beteekent een verrassing; „la situation du Ier corps d'armée allemand était assez désagréable" (Hoffmann). Het korps had vóór zich, in het beboschte terrein ten N. van Muschaken, belangrijke vijandelijke krachten, en van deze krach ten kon men een poging tot doorbraak verwachten, zoodra zij het gevecht vanuit het Zuiden hoorden naderen. Bovendien werd het korps, in zijn uitgerekte opstelling, in den rug bedreigd door een oprukkende en belangrijk sterkeren vijand. En dit voorwaarts gaan bleek toch zeker niet een „ongeschikt heid van den vijand tot den strijd" een gedeelte van de niet bij Tannenberg ingezette en nog in het Zuiden toevende troepen, rukte thans in den rug van v. Fran?oi's posten-keten op. M. a.w. de waardeering van den vijand op dat oogenblik al thans zooals dat oogenblik in de bedoelde artikelen wordt geschetst was niet zuiver. Wel blijft het de groote verdienste van den ongetwijfeld stoutmoe- digen en koelbloedigen Duitschen aanvoerder, dat hij tegen de zeer gevaarlijke bedreiging uit het Zuiden de juiste maatregelen neemt „il ne prisait pas trés haut la puissance offensive des Russes, et, dans ce cas du inoins, il avait absolument raison. II décide de n'abandonner nullement l'encerclement de 1' adversaire du nord et de ne mettre en ligne pour la défensive vers le sud que les forces absolument indispensables" (Hoffmann). Dezelfde vlieger, die het bericht van de nadering der Russen uit het Zuiden bracht, waarschuwde ook het Hoofdkwartier. Op dat oogenblik 30 Augustus 's morgens is de slag als slag gewonnen reeds den 29en heeft men in den staf de maat regelen aangegeven voor de liquidatie van den slag, voor de uitbuiting van het succes. Thans dreigt, behoudens het nog steeds bestaande gevaar door een ingrijpen van het leger van Rennenkamf uit het N. of N. O., een tweede gevaar uit het Zuiden. En Ludendorff stelt voor om uit de frontgroep thans dadelijk in marsch te zetten in de richting van den uit het Zuiden nade renden vijand het Landweerkorps von der Goltzde vesting troepen van den generaal von Unger (6 bataljons, 1 esk., 4 batterijen); de 41e divisie (XX korps); de 3e reserve-divisie. Derhalve een meer dan voldoende versterking voor het be dreigde 1 korps. 966

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 40