„Dans la percée a Usdau, qui décida du brillant résultat de
la bataille, une grande part du mérite revient incontestablement
au général von Frangois", schrijft Hoffmann.
En „en outre le général von Frangois eut raison de ne pas
exécuter l'ordre de marche sur Lohna et de pousser en avant
sa cavalerie et le détachement Schmettau (vestingtroepen uit
Thorn) sur la grande route de Willenberg, en faisant suivre tout
son corps d'armée".
Ehre dem Ehre gebührt
Maardan dienen ook dadelijk naar voren gebracht
te worden de generaals von Morgen (3e Reserve-divisie) en von
Mackensen (XVII korps).
Want had de generaal von Morgen op den 28en niet besloten
om eigener initiatief en zonder het oprukken der 41e divisie
(XX korps) af te wachten, aan te vallen, dan was zeer waar
schijnlijk het landweerkorps von der Goltz geslagen voor het
XX korps kon ingrijpen.
En ook den generaal von Mackensen komt een groot deel van
de eer der vernietiging toe, omdat hij, nadat zijn korps voor de
tweede maal te Allenstein rechtsomkeert gemaakt had, het hooge
belang inzag van een afsluiting naar het Oosten en zoodoende
detachementen van zijn legerkorps met geforceerde marschen tot
Passenheim en zelfs ten Zuiden daarvan voortdreef.
Maar mogen nu deze ongetwijfeld lofwaardige tactische inzich
ten aanleiding vormen om deze generaals, hetzij beurtelings af
zonderlijk, hetzij als driemanschap als de ware en werkelijke
overwinnaars van Tannenberg naar voren te leiden
Zij hebben door hun gelukkig initiatief, door de juiste wijze,
waarop zij hun taak als korps- of divisiecommandant vervulden
öf de overwinning helpen bevechten öf het uitbuiten van een
„ordinarer Sieg" tot een „Vernichtungsschlacht" bevorderd en
mogelijk gemaakt.
Worden zij daardoor in feite de overwinnaars
Men denke aan, men vergelijke mèt den Marneslag
Daar zet het le leger, ondanks de bevelen der O. H. L., nog
tenminste één dag den flankmarsch langs Parijs voort om het 5e
Fransche leger te omvatten.
v. Kluck, gesteund door zijn uitmuntenden chef-staf v. Kuhl,
voelt ongetwijfeld het gevaar aan deze beweging verbonden.
Maar hij acht—evenals von Frangois dat te Neidenburg
deed den vijand in het versterkte kamp van Parijs „onge
schikt tot den strijd". Hij laat slechts het 4e Reserve-korps (v.
Gronau) ter beveiliging van rug en flank achter.
Maarin dit geval blijkt de vijand wel gevaarlijk en
wel geschikt tot den strijd
968