In de sloot met 1 of 2 achterbeenen, 2 punten, het geheel weer vermenigvuldigd met den coëfficiënt 10. Als tijdens het springen het paard de standaard, de aanleu ning of de vlag omgooit, door tegen één van deze voorwerpen aan te springen, wordt dit als een uitbreken gerekend en moet weer opnieuw worden gesprongen zoodra de hindernis hersteld is. Evenzoo geschiedt als de hindernis wordt omgeworpen, door een paard dat al weigerende stilstaat en daarbij tegen de hindernis aanglijdt. Bij een dubbelsprong of drievoudige hindernis tellen alle ge maakte fouten. Bij uitbreken tusschen een dubbele of drievoudige hindernis, moet weer tusschen de hindernis begonnen worden. Bij een samengestelde sprong (bijv. boom met sloot) telt alleen de zwaarste fout. Voorbeeld Iemand doet 6 sec. te lang over het parcours, doordat hij met zijn paard stort, dit geeft 3 X l/2 V/2 6 7'/2 strafpuntX 10 75 strafpunt. Hij krijgt voor dit onderdeel dus slechts 300 75 225 punt. Voor de conditie worden geen punten gegeven. Wel wordt op de conditie gekeurd en wel le. vóór de proef (le dag). 2e. tijdens de proef op verzoek van den deelnemer. 3e. na de uithoudingsproef. 4e. vóór het springconcours. Bij deze laatste keuring worden de paarden, die onbetwistbaar overnomen, alsmede die, welke kreupel zijn, om welke reden dan ook, uitgesloten. Na het springconcours heeft geen keuring meer plaats, al be houdt de jury het recht onmiddellijk na afloop hiervan nog een paard uit te sluiten. 984

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 58