5. HET GEBRUIK VAN DEN BOUSSOLEHOEKMETER door TH. J. HEITINK, Eerste Luitenant der Artillerie. Kort geleden werd bij het wapen der Artillerie de boussole- hoekmeter ingevoerd. Dit instrument vormt thans een deel van de uitrusting van den meettroep en wordt eveneens gebruikt door den ondercommandant voor het in de richting brengen van de batterij. De boussolehoekmeter is van zoodanige constructie, dat bij gebruik als zuiver hoekmeetinstrument een nauwkeurigheid van 2 °/oo, bij gebruik als magnetisch instrument een nauwkeurigheid van 1 2 °/00 kan worden verkregen. Het gebruik als zuiver hoekmeetinstrument berust op dezelfde beginselen als de schaarkijker, met dien verstande, dat de afle zingen op den horizontaal verdeelden rand kunnen worden ge controleerd door een nonius met loupe. Het verlichtingstoestel voorden boussolehoekmeter, dateerlang zal worden ingevoerd, is zoodanig vervaardigd, dat gedurende langen tijd gerekend kan worden op een constante verlichting en waarborgt tevens een zeer nauwkeurige aflezing. De excentriciteit van het toestel is zoo gering, dat deze voor artilleristische doeleinden kan worden verwaarloosd. In verband met het feit, dat momenteel beschikt wordt over een meetinstrument, hetwelk voldoet aan de gestelde eischen van- nauwkeurigheid, zoowel bij dag als bij nacht, zal in het kort worden aangegeven hoe eenige specifieke artilleristische verrich tingen tot een minimum van tijd kunnen worden gereduceerd of zelfs geheel kunnen komen te vervallen. Een richtbasis is een lijn, welke bij voorkeur achter en onge veer evenwijdig aan het front eener afdeeling of batterij wordt afgebakend. Zij dient voor het met groote nauwkeurigheid geven der zijdelingsche richting op doelen, waarvan de ligging op de kaart bekend is. De meettroep bepaalt de richting van de richtbasis en geeft het azimuth hiervan op èn aan de ondercommandanten èn aan de 985 A. HET GEBRUIK VAN EEN RICHTBASIS.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 59