Teneinde het indringen van stof en water zooveel mogelijk te
beletten, zijn tusschen kast en deksel gummidichtingen aange
bracht. Voor het vervoer van de centrale op den rug, is de kast
voorzien van 2 schouderriemen en een rugkussen.
Aan de voorzijde van het kastje onderscheiden we de volgende
onderdeelen (fig. 1):
1) 10 paar klemschroeven, genummerd 1 t/m 10 t.b.v. de aan
te sluiten lijnen (tweedraadsch-telefonie).
2) 1 klemschroef A, te verbinden aan den grondpin.
3) 3 klemschroeven voor een gelijkstroomwekker (Wdz., Wz.
en Wd.; op fig. 1: CD, C2 en CD/2).
4) 1 paar klemschroeven T voor het telefoonapparaat, dat door
den centralist gebruikt wordt. (Het z.g. afvraagtoestel).
5) 10 opschelsignalen genummerd 1 t/m 10, met grendel erboven.
Onder deze relais bevindt zich een witte reep voor het
met potlood aanbrengen der verschillende opschriften.
6) 2X7 klinken voor de verbindingen met een neven-centrale.
Elke klink rechts is met een klink links op dezelfde
horizontale rij verbonden door 2 horizontale draden, een
z.g. looper.
7) 1 meespreeksleutel.
8) 6 meeluistersleutels, in 1 verticale rij (links geplaatst).
9) 10 verticale rijen van elk 6 spreeksleutels.
10) 6 afschelrelais, in 1 verticale rij, met grendel (rechts ge
plaatst).
De sleutels zijn uitgevoerd als vernikkelde hefboompjes. De
beide bovengenoemde grendels dienen om de valkleppen tijdens
het vervoer vast te houden, zoodat zij van het transport niet te
lijden hebben. De aansluitingen der abonnéJs kunnen zoowel
dubbeldraads geschieden (a en b klem), als enkeldraadsin dit
geval wordt de a-klem van den abonné verbonden met den
grondpin bij A. De verbinding van het afvraagtoestel met de
centrale moet steeds dubbeldraadsch zijn. Als afvraagtoestel kan
een normale veldtelefoon gebruikt worden of elk daarmee over
eenkomend toestel, mits van het locaalbatterij (LB-) systeem 2).
Aan de klemmen 1 en 2 kunnen tengevolge van het aanbrengen
van een smoorspoel en een condensator ook CB-toestellen
worden aangesloten, waardoor verbinding verkregen kan worden
met een CB-stadscentrale. Aan de overige klemmen 3 t/m 10
kunnen alleen LB-toestellen aangesloten worden.
990
Op de fig. 1 zijn ter plaatse de letters A en T om een bepaalde reden
verwisseld.
2) Bij dit LB-systeem geschiedt de voeding van den microfoonketen in
het telefoontoestel-zelf, dus plaatselijkbij het centraalbatterij (CB-) systeem
daarentegen vanuit 1 centraal punt, n. 1. de telefooncentrale.