In het toestel zijn noch bliksemafleiders, noch zekeringen aan
gebracht; de centrale is dus normaal niet beveiligd tegen over
spanningen en te hooge stroomen. Erg is het echter nietten
eerste zijn de telefonen-zelf wèl beveiligd, terwijl voorts een
afdoende beveiliging teveel complicaties met zich meebrengt.
Teneinde echter aan dit bezwaar van niet-beveiligd-zijn tegemoet
te komen, kan bij de centrale een z. g. aansluitblok worden ge
bruikt. Dit is een blok, waarop gemonteerd zijn 2 rijen van elk
(2X10+1) klemmen en een raamwerk, waarin geplaatst zijn
2 X 10 koolbliksemafleiders en 2X10 grofzekeringen van elk 3
Ampère. De zekeringen worden door een plaatijzeren kap bedekt
en daardoor tegen beschadiging beschermd. Het aansluitblok
wordt geplaatst tusschen de binnenkomende leidingen en de
centrale. Voor de verbinding tusschen blok en centrale kan een
snoer worden gebruikt met 20 aders, gemerkt la, lb, 2a, enz.
t/m 10b. Om de zekeringen tijdens het bedrijf vlug te controleeren
wordt gebruik gemaakt van een proefstop.
Behalve door een optisch signaal het neervallen van een
klepje kan de centralist ook door een acoustisch signaaleen
wekker attent gemaakt worden op een oproep, c. q. op het
beëindigen van een gesprek. Bij schakeling tusschen Wz en Wd
(zie schema) functioneert de wekker door het neervallen van het
klepje van het oproeprelais, dus ononderbroken, en wel net zoo
lang tot dit klepje weer is opgerichtde draaiingsassen dezer
klepjes zijn n. 1. verbonden aan de A-klem. Schakeling tusschen
Wdz en Wz doet de wekker luiden door het ankercontact, dus
ieder moment, dat dit anker door den wekstroom wordt aange
trokken, c. q. tot de centralist één der 6 spreeksleutels van den
oproependen abonné heeft omgelegd. Noodzakelijk is deze wek
ker echter niethij veroorzaakt bovendien min of meer leven en
eischt een apparte gelijkstroombron.
Elke aangeslotene (abonné) beschikt over één verticale rij
van 6 spreeksleutels, welke alle parallel geschakeld zijn, zoodat
hun gebruik gelijkwaardig is (zie schema De spreeksleutels
hebben elk 3 standen
a) horizontaal rust- of normaalstand vaste stand. De beide
lijnen van den abonné (bij enkeldraadsche verbinding één
lijn en aarde) zijn verbonden met zijn oproep-relais. Het
afschelrelais is uitgeschakeld.
b) schuin omlaag spreek-of verbindingsstand vaste stand de
helling van den hefboom is nu ca 40°. Het oproeprelais is
uitgeschakeldde betrokken abonné is verbonden met den
looper van dezelfde horizontale rij als die van den neerge-
drukten sleutel. Het afschelrelais is ingeschakeld.
991
1) Teneinde dit schema niet te groot te doen worden, is het slechts voor
een deel geteekend; n.l. inplaats van de 6 loopers I t/m VI en de 10 abonné's
1 t/m 10 zijn er slechts 4 geteekend. Het ontbrekende is aangegeven door
stippellijnen.