Om af te vragen, legt de centrale-telefonist den bovensten sleutel
van schakelstrook 1 om in stand D, waardoor abonné no. 1 over
a, en b, direct aan het afvraag-toestel wordt gelegd. Tevens is
het opschelrelais uitgeschakkeld, zoodat het neergevallen klepje
kan worden opgericht. Nemen we aan, dat abonné 1 wil spreken
met abonné 3. De centrale-telefonist plaatst den bovensten
sleutel van 1 weer in den ruststand, plaatst den sleutel van 3 in
stand D en roept abonné 3 op door middel van generator of
zoemer. Hoewel nu de centralist abonné 3 kan meedeelen, wie
hem heeft opgeroepen, is zulks echter niet noodig en om verschil
lende redenen ook niet wenschelijk. Door nu de sleutel van 1 en 3 in
één der standen I, II of III b. v. in stand I te plaatsen, zijn
abonné's 1 en 3 rechtstreeks met elkaar verbonden; het afvraag-
toestel is uitgeschakeld. Wil nu abonné 2 met no. 4 spreken,
dan geschiedt de verbinding op analoge wijze; de spreekstand
der sleutels van 2 en 4 mag nu echter niet meer stand I zijn in
verband met de reeds bestaande verbinding 1 3. Zijn alle
sleutels in denzelfden stand geplaatst, dan staan alle aangeslo
tenen, met elkaar in verbinding.
Uit het schema is verder te lezen, dat aansluiting van een CB-
abonné niet mogelijk is. Voorts, dat het controleeren van een
gesprek, c. q. het meeluisteren en het meespreken niet mogelijk
is als de sleutels der met elkaar in gesprek zijnde abonné's niet
in stand D staan, terwijl het afschellen niet mogelijk is als de
sleutels juist in stand D staan. Dat zijn groote nadeelen, welke
de S H-centrale niet bezit, doch constructief nog wel zijn te
ondervangen. Als voordeelen daartegenover staan de deelbaarheid,
de beveiliging door ingebouwde zekeringen de stroomzekeringen
zijn echter breekbaar!en de gevoeligheid der relais voor zoe-
meroproep, welke voordeelen echter wel zeer verschillend geap
precieerd zullen worden.
De door de firma Ericsson, uitgezonden proefcentrale voor 4
aansluitingen met 2 sleutels per strook heeft een hoogte van ca
275 mm, een breedte van ca 200 mm en een diepte van ca 130
mm. Een centralekast voor 10 aansluitingen en 2 sleutels per
strook weegt in tropenuitvoering ca 16 a 18 kg, bij ca 385 X
436 X 180 mm.
Uit de bijgevoegde schema's en foto's blijkt, dat de constructie
van moderne centralesin het bijzonder die van S H. verre
van eenvoudig is; daarmee naderen deze centrales echter de
technische volmaking. De bediening van dergelijke centrales is
daardoor hoogst eenvoudig geworden, door elke telefonist aan
te leeren. Het onderhoud echter vereischt vanzelf-sprekend meer
zorg, doch daarmee kan bij de opleiding der telefoonherstellers
rekening gehouden worden.
997