1012
8. TIJDSCHR1FTENOVERZICHT.
Opleiding.
De Militaire Spectator. No. 6. Juni 1930. „De chauffeursopleiding en het
monteursvraagstuk bij de artillerieluitenant J. E. Knight. „Een zekere lichting
komt voor de eerste oefening opvan deze lichting is een zeker aantal man
schappen aangewezen voor de chauffeursopleiding. Een maand blijft de geheele
lichting bij elkaar, daarna vertrekken de aanstaande militaire chauffeurs naar
het centraal orgaan, ten einde aldaar hun opleiding te ontvangen. Daar blijven
zij twee maanden en keeren dan naar hun garnizoen terug. Zij nemen daarna
deel aan de oefeningen van hun korps". „Opleiding van het chauffeurspersoneel
bij de korpsen is uit disciplinair en ervaringsopzicht geboden, zij is het eenigste-
middel eenheid in de schoolbatterij te scheppenofficieren en kader blijven
door het met de opleiding in aanraking komen beter geschikt voor hun taak"..
Mil. Wochenblatt. No. 45. Juni 1930. Die Rriegsgarbe", kolonel A._
Fischer. „Zoo huldigde men tot in den laatsten tijd algemeen het dwaalbegrip"
„des Punktschusses"; hoewel de schietvoorschriften zeer nauwkeurige opgaven
over de grootte der spreiding vermeldden, gaven ze toch eenige bladzijden
verderop schijven, welker cirkels ten deele kleiner waren dan de opgegeven
spreidingsgrootten; geheel afgezien daarvan, dat men, door kringschijven te-
gebruiken, met het oog op de spreiding, de uitkomsten van den schutter niet
met de meest gewenschte nauwkeurigheid kan meten".
Voorschriften.
Mil. wissenschaftliche und technische Mitteiiungen. Juli-Aug. nummer
1930 „Die neue Gefechtsvorschrift", luit.-kolonel Rendulic. Als iets nieuws,
in dit voorschrift noemt schr. de toepassing van de zware mitrailleurs voor
de vuurwals. „De voornaamste beperking bij het gebruik der zware mitrail
leurs voor de vuurwals wordt opgelegd door de omstandigheid dat hun vuur
tijdens het gevecht zoo moeilijk of heelemaal niet is waar te nemen. Aanbe
veling verdient het daarom de vuurwals van de zware mitraillieurs in te passen
in die van de artillerie. Slechts onder bijzonder gunstige omstandigheden met
betrekking tot terrein en waarneming zullen zij alléén de vuurwals kunnen
uitvoeren".
Revue militaire frangaise. No. 109. Juli 1930. „Réflexions sur le regle
ment anglais de 1929", kapitein Morel. „Het reglement van 1929 beschouwt
den bewegingsoorlog als de normale vorm van den oorlog. Dat is het meest
merkwaardige en het meest beteekenende nieuwe van het reglement. In het
reglement van 1920 is een heel hoofdstuk gewijd aan den stellingoorlog. Het
reglement van 1924 laat dat hoofdstuk vervallen en plaatst die twee vormen
van den oorlog naast elkaarmaar de volgorde zelfs waarin het die plaatst
en den naam van „ontmoetingsgevecht", welken het geeft aan den bewe
gingsoorlog, schijnt er wel op te wijzen dat het dien vorm slechts beschouwt
als een inleiding, welke ten slotte uitloopt op den geheel voorbereiden aanval
op een versterkte stelling.
„Misschien zal de gepantserde en snelle vechtwagen in de krijgsgeschiedenis-
de revanche brengen van de „mouvement offensif sur les armes d'ariêt'. Het
reglement van 1929 lokt die omwenteling schijnbaar toe, maar met een onein
dige voorzichtigheid".
Tactiek.
De Militaire Speeteter. No. 6. Juni 1930. Welke wapenwerkmg heeft
aanvallende infanterie van den verdediger te verwachten en welke maatregelen
neemt zij zelf daartegen?", luitenant E. E T. Duif er. Onderscheiden worden:.
A. de naderingsmarsch. B. het gereedstellen van de troepen in een uitgangs
stelling (200-500 m. van de voorste lijn van den verdediger) en C. de eigen
lijke aanval.
De wapenwerking, van den verdediger te verwachten, bestaat uit