1019 deeld voor alle, behalve de meest hopelooze vertragings- of harceleerings- opdrachten. De bescherming van infanterie tijdens een transport tegen lucht strijdkrachten is het belangrijkste vraagstuk dat dient te worden opgelost en motoriseering dringt zich op als het beste antwoord". Coast Artillery Journal. Juli 1930. Searchlights in Air Defence", majoor J.S. Baines. De allereerste taak van luchtdoelzoeklichten is te voorzien in kunstmatig daglicht in bepaalde ruimten (gebieden), zoo dat luchtdoelbatterijen of gevechtsescadrilles in staat worden gesteld den vijand daar bij nacht even gemakkelijk als bij dag aan te vallen. Zij hebben ook nog andere opdrachten, waarvan in bepaalde omstandigheden de meest belangrijke is, het verzamelen en het verspreiden van berichten". In hetzelfde nummer: „Anti-aircraft Artillery (Italy)". „De Italiaansche regeering schenkt veel aandacht aan het vraagstuk van de luchtverdediging door luchtdoel-artillerie, omreden de strategische punten bij zonder kwetsbaar zijn van uit de lucht, vooral in een oorlog met een mo gendheid, welke de begrenzende zee beheerscht. Terwijl de belangrijkheid en ook de werkzaamheid van luchtverdediging door luchtstrijdkrachten wordt erkend, acht Italië het blijkbaar toch noodzakelijk een afweer van af den grond te organiseeren zoowel voor vaste als voor mobiele installaties, eenheden en inrichtingen". Besproken wordt het proef-luchtdoelgeschut dat Januari 1931 gereed zal zijn voor aflevering. Revue militaire suisse. No. 6. Juni 1930. „La guerre aéro-chimique et la defense anti-aérienne", Ir. M.S. de Stackelberg. Onder „Principes de ['organi sation du tir anti-aérien" lezen we o.a. „Wanneer het betreft de verdediging van een sector van het front, zou de beste opstelling van de D.C.A. kanonnen zijn voor te stellen door een gelijk- beenig, omgekeerd trapezium, waarvan de basis „orientée vers l'ennemi", meet 12 km. en de hoogte 10 km. Een dergelijke opstelling zou een „zone de défense" vormen, tegen vliegtuigen, welke vliegen op 4000 m. hoogte, inge richt langs het front of de grens van den staat op plaatsen, welke zich in het bijzonder leenen voor „passages aériers" of voor de afzonderlijke verdediging van belangrijke zones. Het vraagstuk van de verdediging van colonnes op marsch kan worden teruggebracht tot twee vormen van D.C.A.mobiele verdediging van de marcheerende colonnes door eveneens mobiel materieel, aangewezen om de veiligheid te verzekeren van de terreinstrook, welke voor den marsch aan de colonnel werd toegewezen en de „défense temporaire fixe", om de veilligheid tegen vijandelijke luchtstrijdkrachten te verzekeren van de halteplaatsen, rust plaatsen en op de naderingswegen naar de zone, welke door de halthoudende troepen wordt geoccupeerd. De „défense mobile" zou in dit geval kunnen worden versterkt door snelvu- rende „canons d'accompagnement", type Oerlikon 20 mm., met een vuursnelheid van 100 schoten per minuut en een groote aanvangsnelheid, vurende van af een luchtdoelaffuit, evenals door groot-kaliber-infanterie-mitrailleurs, type Lewis". In dit slotartikel worden overigens nog behandeld „Mesures d'avertissement". „Disposition des postes d'avertissement"; „Réalisations a l'étranger de la dé fense contra-avions" (France, Angleterre, Italië). Infantry Journal. No. 6. Juni 1930. „The infantery and the coast artillery- an air defence team", majoor S.S. Griffen. „De luchtdoel-artillerie zal in staat zijn de andere troepen op den grond te ontlasten van het grootste gedeelte van hun aandeel in den luchtafweer. Terwijl ontplooide infanterie geen gunstig doel biedt aan den vlieger, is het denkbaar dat er omstandigheden zullen zijn, waarbij de aanval van de strijdkrachten op den grond, indien althans de ver wachte resultaten voldoende belangrijk zijn, vergezeld gaat van een gelijktijdigen aanval in de lucht. Onder die omstandigheden zou het ten zeerste ongewenscht zijn en ook groote verwarring stichten bij de infanterie, indien deze hare krachten zou moeten verdeelen tusschen een vijand op den grond en een in de lucht. In een dergelijk geval kan men spreken van een bepaalde noodzakelijkheid van een krachtigen luchtafweer."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 95