1020
Revue militaire francaise. No. 104. Februari 1930 (nagekomen nummer).
..„La défense du pays contre le danger aérien", luit.-kolonel Vauthier. Na een
vergelijking van de resultaten, bereikt met de luchtdoelartillerie en de lucht
strijdkrachten als afweermiddel, lezen we o. a.„De beide wapens vullen elkaar
aan; de luchtstrijdkrachten handelen „brutalement", door krachtige slagen, maar
onderbroken, de luchtdoelartillerie ageert meer bescheiden, maar zonder on
derbreking. Beide actie's komen voor onmisbaar te zijn".
Betreffende de mitrailleurs zegt schr. o.a.
„Men heeft weinig gegevens betreffende de uitwerking van mitrailleurs op
vliegtuigen gedurende den wereldoorlog. Men weet alleen dat goed onder
legde en opgeleide mitrailleureenheden tegen vliegtuigen uitstekende resultaten
verkrijgen, het practisch aan de vijandelijke luchtstrijdkrachten onmogelijk
maken over de beschermde punten te vliegen op hoogten van 600 tot 800
m. Daarentegen bereiken de niet goed onderlegde en slecht opgeleide mitrail-
leureenheden resultaten gelijk nulhet eenige wat zij doen is zich schuldig
maken aan munitie-verspilling, waarbij niets naar beneden valt".
Verbindingsdienst.
Heerestechnik. No. 7 juli 1930. „Aus den Kriegsarbeiten zur Telephortie
auf gerichteten Strahlen". 1. „Einfiihrung" Dr. Löwenstein. 2. „Lichttelefonie"
Dr. Hartmaan. „Het belangrijkste doel voor de ontwikkeling van het verbindings-
materieel gedurende den wereldoorlog, ook heden nog niet bereikt, was het in het
leven roepen van een door de gevechtswerking niet stoorbare of te vernietigen,
voor den tegenstander niet waarneembare of af te luisteren verbinding met
de stem, op iedere gewenschte plaats van het gevechtsterrein. De reeds ter
beschikking staande telefonie op kabel of draad faalde gemakkelijk bij sterke
gevechtswerkzaamheid. De op den zender- en „Verstarkerröhre" berustende
draadlooze telefonie, kon door den tegenstander worden afgeluisterd".
„Als vraagstuk stelde de telefonie mijdoor spiegels gerichte stralen, aller-
eerst lichtstralen, lichttelefoniedan als verdere stapvoor het oog niet zicht
bare stralen, welke evenals lichtstralen kunnen worden gericht".
Een korte opsomming volgt dan van de in den zomer van 1918 gehouden
proeven als gevolg waarvan nog een lichttelefonie-afdeeling onder een officier
werd uitgerust met een aantal lichttelefoonstations, welke echter niet meer
aan het front werd ingezet.
In het onder 2 genoemde artikel wordt een aanvang gemaakt met een
beschrijving van het materieel en het tot stand komen daarvan.
Mavors. No. 7. juli 1930. Verbindingsbevelenkapitein Q. Stürm. Schr.
geeft antwoord op een aantal vragen, hem gesteld n. a. v. zijn studies over
verbindingsbevelen, in dit tijdschrift verschenen. Op de vraag: „Is het de
bedoeling dat de C. der linker voorcompagnie, met behulp van de seinlamp,
welke hem door den B.C. ter beschikking is gesteld om met dezen in ver
binding te blijven, hiermede tevens in verbinding blijft met den rechter en
linker nevencompagniescommandant antwoordt schr.„Neen, dat is aller
minst de bedoeling. Een lamppost toch in de verdediging wordt en blijft in
beginsel gericht op den verbindingspost, waarmede hij in verbinding moet
blijven. Met den sluiter is dat anders; deze is snel en onmiddellijk gereed om
in elke gewenschte richting in bedrijf te worden gebracht".
The Journal of the Royal Artillery. No. 2. Juli 1930. Great Ex
pectationsmajoor P. I. Newton. Onder dezen titel geeft schr. zijn antwoord
op de prijsvraag: „Discuss the effect of the introduction of Radio-Telephony
between Battery and O. P. on the Equipment, Organization and Employment
of Artillery in de Field" („Duncan" Gold Medal Essay, 1929 1930).
Onder 1„Eenige beschouwingen over den invloed op het gebruik der
artillerie van de invoering van R. T. tusschen O. P. en B. P." vinden we de
volgende stellingen uitgewerkt
(a). Probable increase of observed as against predicted shooting.
(b). Closse support for infantry can be given from guns not in the forward
areas.