1021 (c). Guns will have to be moved less often than formerly. (d). Anyone able to call for fire from any battery. Aan het slot vinden we nog een ernstige waarschuwing, nl. „In moderne tijden is men vaak geneigd te denken dat de invoering van een 'ingewikkeld instrument in de plaats kan treden van opleiding en dat daardoor -alle moeilijkheden kunnen worden opgelost. Natuurlijk is niets verder van de waarheid. Laten we dus die fout niet maken met betrekking tot de R. T. laten we die ontwikkelen voor alles waarvoor ze het waard iswant ze heeft ■een groote toekomst vóór zich, maar laten we niet vergeten dat slecht of onverschillig bediend, ze kan blijken te zijn een gevaar en een vloek, eerder -dan de redding en zegening welke we ervan verwachten". Mil. Wochenblatt. No. 47. Juni 1930. Die Brieftau.benverwend.ung votn Flugzeug ist eine Tatsache". „De postduif moet andere verbindingsmiddelen niet vervangen, doch aanvullen, d. w. z. ze zal in 't algemeen als laatste ver binding dienen wanneer de andere middelen falen. Gedurende het laatste deel van den wereldoorlog is de postduif met succes als verbindingsmiddel gebruikt". Behandeld wordenhet gebruik bij de verkenning op grooten afstand, bij de •nabijverkenning, het gebruik door den infanterievlieger en den artillerievlieger (waarbij 46 duiven in het vliegtuig). Het artikel vormt een bestrijding van het opstel in No. 40 van het M. W. (zie I. M.T. blz. 817). Mil. Wochenblatt. No. 48. Juni 1930. „Tatigkeit des Infanterie-Nach- ■richtenoffiziers im Gefecht". „Dus moet de eerste inzet van verbindingsmid delen reeds op 1012 km. voordat contact met den vijand ontstaat, beginnen om de verschillende colonnes te verbinden. Bij onze tegenwoordige uitrusting eigent zich slechts het „Blinkgerat" daartoe, dat echter vaak door de terrein- .gesteldheid gehinderd wordt en daarom bij het doorschrijden van een zoo lange terreinstrook dikwijls uitvalt. De vooruit ziende regimentsverbindings- ■officier moet er daarom in die gevallen voor zorgen, dat aan de verschil lende colonnes nauwkeurig terreinpunten worden opgegeven, waar eventueel de verbinding kan worden opgenomen." Organisatie. The Artillery Journal. Mei-Juni-nummer 1930. Division artillery in the next war", majoor G. M. Barnes. „Samenvattend de divisie-artillerie in een komende oorlog, zal geheel verschillen van die van den laatsten oorlog. Zij dient te zijn ontworpen en geconstrueerd met de idéé in staat te zijn snel bewegende doelen op den grond en in de lucht aan te vallen. Het kanon en ■de affuit kunnen dat niet alleen. Zij moeten geholpen worden door mechanische en electrische „fire control", welke onmiddellijk en nauwkeurig zal berekenen de gegevens voor het vuur tegen luchtdoelen en doelen op den grond. De artillerie moet getrokken kunnen worden door snelle trucks, welke zich dóór het terrein moeten kunnen bewegen". Eveneens in het Mei-Juni-nummer„An experimental breeching for the Phillips pack saddle, artillery-cargo type", kapitein W. Russey „Het draag- zadel van het cavalerie-type is in gebruik voor lasten niet grooter dan 205 pounds (van 453 gram) in gewicht, het zadel inbegrepen". „Het kleine gewicht maakt het mogelijk behalve in stap, te marcheeren in draf en galop en de broek, als ontworpen voor het „Phillips pack saddle" leent zich speciaal daarvoor. De te vervoeren lasten, als bv. de mitrailleur, liggen als regel vlak op het zadel en op de zijkanten. Het zadel heeft weinig neiging om naar vo ren of naar achteren te verschuiven op den rug van het draagdier. De broek laat volkomen vrije beweging aan de achterhand in draf en galop en zijn werking is voldoende te voorkomen dat het zadel naar voren glijdt. Aan den anderen kant is bij het gewicht van de artillerielasten, zijnde 340,5 pounds, het zadel inbegrepen, de beweging beperkt tot in stap, be halve dat in spoedgevallen gedraafd kan worden over korten afstand. Galop wordt nimmer toegepast. Voor dit type zadel wordt het muildier gebruikt". Mil. wissenschaftliche und technische Mitteilungen. Juli-Ausgutus nummer 1930. „Wehrpolitiek und Wehrmachi Italiens", kolonel Wittich. ,„Het grootste deel van het officierskorps is afkomstig van de militaire aca-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 97