1125 Nachtgevechten. Army Quarterly. No. 2. Juli 1930. „Night attacks ancient and modern", kolonel A. P. Wavell. Schr. neemt twee voorbeelden, een uit 1249 v. C. en een uit 1918 (12/13 Augustus) en trekt uit beide de lessen: le. dat alleen goed geoefende en gedisciplineerde troepen kans op succes hebben in nachtelijke ondernemingen; 2e. de uitwerking op liet moreel van de aangevallen troepen kan vernietigend zijn; 3e de groote uitwerking van de hedendaagsche vuur wapenen zal de beteekenis van nachtgevechten voortdurend grooter doen worden. Moreele factoren. Revue militaire francaise. No: 108. Juni 1930. „De caractére", com- mandaat de Gaule. Het spreekt van zelf dat de successen van groote mannen stilzwijgend velerlei bekwaamheden in zich sluiten. Het karakter geeft, wanneer niets anders ermee gepaard gaat, slechts onbezonnenen of stijfkoppigen. Maar omgekeerd kunnen ook de grootste kwaliteiten van den geest alleen niet vol doende zijn. De geschiedenis toont ons duizend personen, van wie het werk onvruchtbaar bleek, alleen door gemis aan karakter. Toegerust met de zeld zaamste talenten, bleven ze slechts ondergeschikte rollen vervullen, „servant ou trahissant a merveille, mais ne créant rien, mêlés aux évènements sans leur imprimer leur marque, considérables mais non point illustrés, utiles sans être necessaires". Krijgsverrichtingen tegen verzetslieden. Revue militaire francaise. No. 107. Mei 1930. „L armee espamol du Maroc kapitein Fourret. Schr. wil in het artikel behandelen de algemeene gesteldheid van het gebied de geschiedenis van zijn verovering; en het tegenwoordige bezettingsleger en het doordringen van den Spaanschen invloed. 1 De verovering van de Spaansche zóne heeft twintig jaar geëischt; ze heeft Spanje gekost 3 milliard peseta's (1 peseta =1/3 gulden). De verovering heeft een buitengewone militaire krachtsinspanning gekost. De legersterkte is zelfs gegaan tot 160.000 man. (In 1905, vóór het begin der eerste operaties was de sterkte slechts 8000 man). In No. 108. (Juni 1930) lezen we in het vervolg-artikel„De infanterie- regimenten bestaan er uitbij den regimentsstaf een commandogroep de muziek een sectie werkers en een sectie stellingmitrailleursper bataljon een staf, zes compagnieën „voltigeurs", een compagnie mitrailleurs, een sectie "®n£'"s.' een bataljons-trein; de sterkte van het regiment bedraagt totaal: 65 officieren, 2452 minderen56 paarden, 271 muildieren. De „demi-brigades de chasseurs" formeeren korpsen van twee bataljons welke beter geëncadreerd zijn dan de infanterie-bataljonseerstgenoemde bataljons tellen nl. totaal 35 officieren, 1196 minderen, 20 paarden en 135 muildieren. De artillerie telt 4 commandementen met resp. 5 batterijen (2 van 75 mm., 1 van 105 mm., 1 van 155 mm. en een stellingartillerie; Melila); 6 batterijen' (2 van 70 mm. berg; 3 van 105 mm. hw.1 stellingartillerie Rif)10 batterijen (1 van 70 mm. veld; 1 van 70 mm. berg; 3 van 105 mm. hw.4 kust- en stelhngbatterijenCeuta)5 batterijen (1 van 75 mm. veld; 1 van 75 mm. berg; 2 van 105 mm. hw. en 1 stellingartillerie; Laroche). Totaal 200 offi cieren, 6.000 minderen, 600 paarden, 2.000 muildieren. Revue militaire francaise. No. 107. Mei 1930. „Les operations au M atoc luit.-kolonel de Boisbotssel. Schr. herinnert aan de vroegere samen stelling van het bataljon in Marokko, nl. 4 compagnieën, elk met een sectie mitrailleurs van 2 stukken. Thans heeft het bataljon: een commando-groep- compagnieën van 4 secties a 3 groepen1 mitrailleurcompagnie van 4 secties a 2 stukkenverder nog 1 „compagnie d' engins et de transmissions" van 3 groepen mortieren van 75 mm.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 103