Daar de mitrailleur in het luchtgevecht op het oogenblik nog het eenige wapen van den jager is, moet getracht worden, vuurover- wicht te krijgen. Dit overwicht is afhankelijk, zoowel van de massa als van de juistheid van het vuur en daar slechts een kleine hoeveelheid munitie medegevoerd kan worden, is de juistheid van het vuur van het meeste gewicht. Overwicht door massavuur moet worden verkregen dóór het concentreeren van meerdere patrouilles tegen een kleiner aantal bommenwerpers en door uit zoodanige richting aan te vallen, dat de bommenwerpers eikaars vuur beletten. Teneinde zulk een concentratie te verkrijgen en verwarring tusschen patrouilles onderling te vermijden, moeten alle piloten nauwkeurig op de hoogte zijn van de lijn, waarin wordt aangevallen. De aan te nemen aanvalsvormen moeten zoo eenvoudig zijn, dat zij begrepen worden door de minst ervaren piloten, welke veelal de plaatsen zullen moeten innemen van de uitgevallenen. Gecompliceerde aanvalsvormen en die, waarbij gebruik moet worden gemaakt van het moeilijke „deflection" schot (d. i. waarbij gericht moet worden vóór het doel in de ruimte) moeten worden vermeden. De aanval op een formatie kan worden verdeeld in drie phasen lste phase: Aanval van de afdeeling (of meerdere afdeelingen) op commando van den leider. Na eiken aanval, welke door de patrouilles onmiddellijk achter elkaar worden uitgevoerd, wordt weer op den leider aangesloten en dezelfde aanval gedurende de eerste phase herhaald. Indien de leider de eerste phase wenscht te eindigen, zal hij niet terugkeeren naar de aangewezen plaats. Dit niet terugkeeren duidt aan, dat de eerste phase is geëindigd. 2de phase: De vijandelijke formatie, welke nog niet uit elkaar geslagen is, wordt op een overeenkomstige wijze aangevallen door afzonderlijke patrouilles, op ini tiatief van de patrouillecommandanten. 3de phase: Van de vijandelijke formatie, welke uit elkaar geslagen is, wordt elk vliegtuig individueel aangevallen, elke patrouille neemt één vliegtuig voor zijn rekening. Zoo lang de vijandelijke formatie intact blijft, hoewel moge lijkerwijze één of meerdere toestellen zijn afgesneden, moeten minstens twee patrouilles de formatie blijven aanvallen. Nadere beschouwing van den aanval. Daar het onwaarschijnlijk is, dat de sterkte en de opstelling van de vijandelijke luchtmacht bekend is, voordat deze werkelijk in zicht is, is het onmogelijk van te voren precies de details te bepalen van eiken aanval op vijandelijke formaties. 1047

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 23