den Grooten Oorlog, uitgewerkt en aangepast aan den vooruit
gang van de techniek, kan worden gezegd, dat zij in zekere
mate gelden voor elke moderne luchtmacht. Wij kunnen de
volgende conclusies opstellen, aan welke onze eigen luchtmacht
zal moeten voldoen.
Ie Als hoofdbeginsel aannemende, dat aanval de beste ver
dediging is; moet de luchtmacht zijn samengesteld uit in hoofd
zaak voor den aanval bestemde luchtstrijdkrachten. Bepaalde
afdeelingen luchtstrijdkrachten moeten worden achtergehouden
voor de verdediging van de meest belangrijke objecten.
2e. De organisatie van de luchtstrijdkrachten moet zijn samen
gesteld uit afdeelingen, welke zijn opgebouwd uit kleine ge
makkelijk in de hand zijnde kernen (patrouilles), onder commando
van een tactisch geschoold commandant; de patrouilles moeten
door groote samenhang en macht van de manoeuvre een supe
rieure gevechtskracht bezitten.
3e. Het uitvoeren van de verkennings- en verbindingsdienst
ten behoeve van de onderdeelen van de landmacht is alleen
mogelijk, indien tijdelijke of plaatselijke overmacht in de lucht
is verkregen, door het succesvol optreden van de aanvallende
luchtstrijdkrachten.
4e Het personeel, aangewezen voor het uitvoeren van in hoofd
zaak één bepaalde taak, moet, door een zoo veel mogelijk ge
specialiseerde oefeningswijze en continuïteit in een bepaalde af-
deeling, volkomen berekend zijn voor het uitvoeren van die taak,
terwijl voor de piloten van de jachtvliegtuigen bijzondere physieke
eischen moeten worden gesteld.
5e Het commando van den gevechtsvliegdienst, ware zoodanig
uit te breiden, dat kan worden voldaan aan de aan dit commando
te stellen eischen, waarbij de leiding van de waarnemersschool
geheel gescheiden moet worden van het commando over den
gevechtsvliegdienst, terwijl de speciale afdeeling verkennings- en
waarnemingsvliegtuigen met de waarnemersschool moet worden
samengevoegd.
6e Door het opstellen van een oefenprogramma, in verband
met de door een bepaalde afdeeling uit te voeren oorlogstaak,
zal elk onderdeel voor die taak zoo goed mogelijk worden op
geleid.
ad, 1. De aanvallende luchtmacht zal moeten bestaan uit:
le bommenwerpers;
2e jachtvliegtuigen.
Indien tijdens een landing van den vijand door een succesvol
bombardement op vliegtuigmoederschepen het optreden van vij
andelijke luchtstrijdkrachten kan worden belet of beperkt, of van
reeds gelande troepen de enkele vliegterreinen kunnen worden
vernield, zal een groote mate van beveiliging van de eigen troepen
1052