gebruik voor meerdere doeleinden), zoodat slechts door een al- geheele specialisatie van oefening en door beproeving van verschillende methodes, grondslagen zullen kunnen worden ont wikkeld, waardoor de juiste tactiek kan worden bepaald. ad 2. De organisatie van de onderdeelen moet zoodanig worden vastgesteld, dat het tactisch optreden en de oefening zoo goed mogelijk is verzekerd. Kleine elastische eenheden moeten de kernen vormen van de daaruit op te bouwen grootere formaties. In de kleine formatie wordt, nadat de individueele ontwikkeling van de piloten is voltooid, de samenhang en de manoeuvre tot het hoogste ontwikkeld. Hierbij zal de kernformatie van drie toestellen een sterkte zijn, welke gemakkelijk in de hand van den commandant is en een zoodanige nauwe aaneensluiting vormen, dat zij, ook wat vuur- concentratie betreft, als één geheel kan worden beschouwd, welke zoo lang mogelijk intact moet worden gehouden. De grootere formatie (afdeeling) is uit een aantal van deze kernen opgebouwd. Een aantal van drie waarborgt ook hier een goede verbinding van de ondercommandanten met den leider van het geheel. De leider bepaalt de wijze van aanvallen, terwijl de for matie zoo lang intact blijft, als noodig is om door haar gecon centreerde aanvallen een vijandelijke formatie uit elkaar te slaan. ad 3. De waarnemings- en verbindingsdienst kan dan alleen naar behooren functionneeren, indien de luchtstrijdkrachten in staat zullen zijn, de vijandelijke luchtmacht haar optreden te be letten, af te leiden of te vernietigen. In Engeland worden de waarnemings- en verbindingsafdeelingen (de oogen van het Leger) beschouwd als een onderdeel van het Leger. Het Leger zou zelf feitelijk voor de opleiding en oefening moeten zorgen, zelfs voor de directe bescherming van deze vliegtuigen. Redenen van geldelijken aard zijn tot op heden echter oorzaak geweest, dat deze toestand bestendigd is gebleven. De dienst van verkenningen op grooten afstand zal vervuld kunnen worden door de dagbombardementstoestellen. Voor de vuurwaarnemingsdienst, verkenning op korten afstand en verbin dingsdienst moeten daartoe speciaal geschikte en ingerichte toestellen worden gebruikt. Het meerendeel van de Engelsche verkenningsafdeelingen zijn nog steeds uitgerust met de vliegtuigen, welke in oorlogstijd zijn gebouwd. Hoewel aanschaffing van meer moderne vliegtuigen voor dit doel zeer gewenscht is, zijn voorloopig onze de Havil- land verkenningstoestellen nog voor dit doel te gebruiken, terwijl de vliegtuigen, niet ingedeeld bij de bombardements- en jager- afdeelingen, zooals de Fokker DC I en C V (met D-vleugel) voor deze diensten benut kunnen worden. ad. 4. Zooals boven reeds is opgemerkt, stelt de jachtvlieg- dienst bijzondere eischen aan den piloot en zal een dergelijke 1054

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1930 | | pagina 30